Wet op de ondernemingsraden [Tekst geldig vanaf 18-02-2023]

Inhoudsopgave

Opschrift

Wet op de ondernemingsraden

    [Tekst geldig vanaf 18-02-2023]

    Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

    Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

    Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe regelen te stellen omtrent de medezeggenschap van de werknemers in de onderneming door middel van ondernemingsraden;

    Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

    Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

    Artikel 1

      1.

      Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

      1. Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

      2. Raad: De Sociaal-Economische Raad, bedoeld in de Wet op de Sociaal-Economische Raad;

      3. onderneming: elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht;

      4. ondernemer: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een onderneming in stand houdt;

      5. bestuurder: hij die alleen dan wel te zamen met anderen in een onderneming rechtstreeks de hoogste zeggenschap uitoefent bij de leiding van de arbeid;

      6. bedrijfscommissie: de bevoegde bedrijfscommissie, bedoeld in de artikelen 37 en 46 .

      2.

      Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt onder in de onderneming werkzame personen verstaan: degenen die in de onderneming werkzaam zijn krachtens een publiekrechtelijke aanstelling bij dan wel krachtens een arbeidsovereenkomst met de ondernemer die de onderneming in stand houdt. Personen die in meer dan één onderneming van dezelfde ondernemer werkzaam zijn, worden geacht uitsluitend werkzaam te zijn in die onderneming van waaruit hun werkzaamheden worden geleid.

      3.

      Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt onder in de onderneming werkzame personen mede verstaan:

      1. degenen die in het kader van werkzaamheden van de onderneming daarin ten minste 15 maanden werkzaam zijn krachtens een uitzendovereenkomst als bedoeld in artikel 690 van Titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek, en

      2. degenen die krachtens een publiekrechtelijke aanstelling bij dan wel krachtens arbeidsovereenkomst met de ondernemer werkzaam zijn in een door een andere ondernemer in stand gehouden onderneming.

      4.

      Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden de bestuurder of de bestuurders van een onderneming geacht niet te behoren tot de in de onderneming werkzame personen.

      Hoofdstuk II. De instelling van ondernemingsraden

      Artikel 2

       
       
       

      Artikel 3

       
       
       

      Artikel 4

       
       
       

      Artikel 5

       
       
       

      Artikel 5a

       
       
       

      Hoofdstuk III. Samenstelling en werkwijze van de ondernemingsraden

       
       
       

      Artikel 6

       
       
       

      Artikel 7

       
       
       

      Artikel 8

       
       
       

      Artikel 9

       
       
       

      Artikel 10

       
       
       

      Artikel 11

       
       
       

      Artikel 12

       
       
       

      Artikel 13

       
       
       

      Artikel 14

       
       
       

      Artikel 15

       
       
       

      Artikel 16

       
       
       

      Artikel 17

       
       
       

      Artikel 18

       
       
       

      Artikel 19 [Vervallen per 01-04-1990]

       
       
       

      Artikel 20

       
       
       

      Artikel 21

       
       
       

      Artikel 22

       
       
       

      Artikel 22a

       
       
       

      Hoofdstuk IV. Het overleg met de ondernemingsraad

       
       
       

      Artikel 23

       
       
       

      Artikel 23a

       
       
       

      Artikel 23b

       
       
       

      Artikel 23c

       
       
       

      Artikel 24

       
       
       

      Hoofdstuk IVA. Bijzondere bevoegdheden van de ondernemingsraad

       
       
       

      Artikel 25

       
       
       

      Artikel 26

       
       
       

      Artikel 27

       
       
       

      Artikel 28

       
       
       

      Artikel 29

       
       
       

      Artikel 30

       
       
       

      Hoofdstuk IVB. Het verstrekken van gegevens aan de ondernemingsraad

       
       
       

      Artikel 31

       
       
       

      Artikel 31a

       
       
       

      Artikel 31b

       
       
       

      Artikel 31c

       
       
       

      Artikel 31d

       
       
       

      Artikel 31e

       
       
       

      Artikel 31f

       
       
       

      Hoofdstuk IVC. Verdere bevoegdheden van de ondernemingsraad

       
       
       

      Artikel 32

       
       
       

      Artikel 32a [Vervallen per 01-04-1990]

       
       
       

      Artikel 32b [Vervallen per 01-04-1990]

       
       
       

      Artikel 32c [Vervallen per 01-04-1990]

       
       
       

      Hoofdstuk V. De centrale ondernemingsraden en de groepsondernemingsraden

       
       
       

      Artikel 33

       
       
       

      Artikel 34

       
       
       

      Artikel 35

       
       
       

      Hoofdstuk VA. De medezeggenschap in kleine ondernemingen

       
       
       

      Artikel 35a [Vervallen per 04-03-1998]

       
       
       

      Artikel 35b

       
       
       

      Artikel 35c

       
       
       

      Artikel 35d

       
       
       

      Hoofdstuk VI. De algemene geschillenregeling

       
       
       

      Artikel 36

       
       
       

      Artikel 36a

       
       
       

      Hoofdstuk VII. De bedrijfscommissies

       
       
       

      Artikel 37

       
       
       

      Artikel 38

       
       
       

      Artikel 39

       
       
       

      Artikel 40

       
       
       

      Artikel 41

       
       
       

      Artikel 42

       
       
       

      Artikel 43 [Vervallen per 01-01-2015]

       
       
       

      Artikel 44 [Vervallen per 01-04-1990]

       
       
       

      Artikel 45 [Vervallen per 01-04-1990]

       
       
       

      Artikel 46

       
       
       

      Hoofdstuk VIIA. Bijzondere taak Sociaal-Economische Raad

       
       
       

      Artikel 46a

       
       
       

      Artikel 46b [Vervallen per 19-07-2013]

       
       
       

      Artikel 46c [Vervallen per 19-07-2013]

       
       
       

      Hoofdstuk VII B. Bijzondere bepalingen voor ondernemingsraden bij de overheid

       
       
       

      Artikel 46d

       
       
       

      Artikel 46e

       
       
       

      Hoofdstuk VIII. Overgangs- en slotbepalingen

       
       
       

      Artikel 47

       
       
       

      Artikel 48

       
       
       

      Artikel 49

       
       
       

      Artikel 49a [Vervallen per 01-04-1990]

       
       
       

      Artikel 50

       
       
       

      Artikel 51

       
       
       

      Artikel 52 [Vervallen per 01-01-2002]

       
       
       

      Artikel 53

       
       
       

      Artikel 53a

       
       
       

      Artikel 53b

       
       
       

      Artikel 53c

       
       
       

      Artikel 54

       
       
       

      Slotformulier en ondertekening