Wet studiefinanciering 2000 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025]
- Opschrift
- Wet studiefinanciering 2000
-
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
- Artikel 1.1. Begripsbepalingen
- Artikel 1.2. Peildatum
- Artikel 1.3. Voorwaarden omtrent aanvraag
- Artikel 1.4 [Vervallen per 01-09-2005]
- Artikel 1.5. Verplichtingen uitwonende student
- Artikel 1.6 [Vervallen per 01-01-2009]
- Artikel 1.7. Gebruik burgerservicenummer of onderwijsnummer
- Artikel 1.8. Awir van toepassing
-
Hoofdstuk 2. Werkingssfeer
- Paragraaf 2.1. Algemeen
- Paragraaf 2.2. Beroepsonderwijs
-
Paragraaf 2.3. Hoger onderwijs
- Artikel 2.8. Voltijdse opleidingen hoger onderwijs in Nederland
- Artikel 2.9 [Vervallen per 01-04-2020]
- Artikel 2.10. Bekostigde voltijdse kerkelijke opleidingen hoger onderwijs
- Artikel 2.11. Bij amvb aangewezen hoger onderwijs
- Artikel 2.12. Opleidingen levenlanglerenkrediet
- Artikel 2.13. Geen aanspraak of geen aanspraak meer
-
Paragraaf 2.4. Overige bepalingen
- Artikel 2.13a. Buitenlandse opleidingen beroepsonderwijs
- Artikel 2.14. Buitenlandse opleidingen hoger onderwijs
- Artikel 2.15. Geen aanspraak studiefinanciering als mbo-student bij samenloop beroepsonderwijs en hoger onderwijs
- Artikel 2.15a. Geen aanspraak op gift bij samenloop
- Artikel 2.16. Geen aanspraak beroepsonderwijs na eerdere aanspraak
- Artikel 2.17. Rechtens ontnomen vrijheid
- Artikel 2.17a. Geen aanspraak uitreiziger
-
Hoofdstuk 3. Studiefinanciering
- Paragraaf 3.1. Samenstelling studiefinanciering
- Paragraaf 3.2. Bijdrage overheid
-
Paragraaf 3.3. Bijdrage ouders
- Artikel 3.8. Hoogte aanvullende beurs
- Artikel 3.9. Berekeningsgrondslag veronderstelde ouderlijke bijdrage beroepsonderwijs
- Artikel 3.9a. Berekeningsgrondslag veronderstelde ouderlijke bijdrage hoger onderwijs
- Artikel 3.10. Peiljaarverlegging bij terugval in inkomen
- Artikel 3.11. Nog niet vastgesteld of nog niet bekend inkomen
- Artikel 3.12. Ouder zonder partner
- Artikel 3.13. Veronderstelde ouderlijke bijdrage
- Artikel 3.14. Weigerachtige of onvindbare ouders
-
Paragraaf 3.4. Bijdrage student
- Artikel 3.15. Basislening
- Artikel 3.16. Aanvullende lening
- Artikel 3.16a. Collegegeldkrediet
- Artikel 3.16b. Levenlanglerenkrediet: aanspraak
- Artikel 3.16c. Levenlanglerenkrediet: duur
- Artikel 3.16d. Levenlanglerenkrediet: hoogte
- Artikel 3.16e. Levenlanglerenkrediet: uitvoeringsregels
- Artikel 3.16f. Collegegeldkrediet of levenlanglerenkrediet bij betaling van een vergoeding als bedoeld in
- Artikel 3.17 [Vervallen per 01-01-2024]
- Paragraaf 3.5. Normbedragen
- Paragraaf 3.6. Toekenning
-
Paragraaf 3.7. Vorm, wijze van toekenning en voorwaarden reisvoorziening
- Artikel 3.23. Gebruik burgerservicenummer
- Artikel 3.24. Vorm toekenning reisvoorziening
- Artikel 3.25. Reisproduct
- Artikel 3.26. Aanvang reisrecht; omvang van rechten
- Artikel 3.27. Beëindiging reisrecht
- Artikel 3.28. Stopzetten reisproduct uit eigen beweging
- Artikel 3.29. Vergoeding bij geen reisrecht
- Artikel 3.30. Reizen van en naar Waddeneilanden
-
Hoofdstuk 4. Beroepsonderwijs
-
Afdeling 4.1. Beroepsonderwijs in Nederland
- Paragraaf 4.1.1. Studiefinanciering in de vorm van gift of lening
-
Paragraaf 4.1.2. Prestatiebeurs beroepsonderwijs
- Artikel 4.6. Reikwijdte
- Artikel 4.6a. Prestatiebeurs beroepsonderwijs
- Artikel 4.6b. Reisvoorziening minderjarige mbo-student
- Artikel 4.7. Vorm en duur studiefinanciering
- Artikel 4.8. Waarde van de reisvoorziening
- Artikel 4.9. Diplomatermijn beroepsonderwijs
- Artikel 4.10. Omzetting in gift bij afstuderen binnen diplomatermijn
- Artikel 4.11. Stoppen voor 1 februari
- Artikel 4.12. Eenmalige verlenging duur prestatiebeurs beroepsonderwijs
- Artikel 4.13. Arbeidsongeschiktheid
- Artikel 4.14. Bijzondere omstandigheden
- Artikel 4.15. Tenietgaan rente
- Afdeling 4.2. Beroepsonderwijs buiten Nederland
-
Afdeling 4.1. Beroepsonderwijs in Nederland
-
Hoofdstuk 5. Hoger onderwijs
-
Paragraaf 5.1. Algemeen
- Artikel 5.1. Prestatiebeurs hoger onderwijs
- Artikel 5.2. Vorm en duur studiefinanciering
- Artikel 5.2a. Verlenging duur prestatiebeurs hoger onderwijs vanwege het volgen van een hbo-lerarenopleiding
- Artikel 5.2b. Verlenging duur prestatiebeurs hoger onderwijs vanwege handicap of chronische ziekte
- Artikel 5.2c. Verlenging duur prestatiebeurs hoger onderwijs vanwege het volgen van een universitaire lerarenopleiding
- Artikel 5.3. Waarde van de reisvoorziening
- Artikel 5.4 [Vervallen per 01-09-2007]
- Artikel 5.5. Diplomatermijn hoger onderwijs
- Artikel 5.6 [Vervallen per 01-09-2015]
- Paragraaf 5.2. Omzetting bij afsluitend examen
- Paragraaf 5.3. Omzettingsprocedure
- Paragraaf 5.4. Omzettingsprocedure bij stoppen in het eerste studiejaar
- Paragraaf 5.5. [Vervallen per 01-09-2004]
- Paragraaf 5.6. [Vervallen per 01-09-2004]
- Paragraaf 5.7. Omzetting bij bijzondere omstandigheden
- Paragraaf 5.8. Tenietgaan rente
-
Paragraaf 5.1. Algemeen
-
Hoofdstuk 6. Opbouw en terugbetaling studieschuld
-
Paragraaf 6.1. Algemeen
- Artikel 6.1. Begripsbepalingen hoofdstuk 6
- Artikel 6.1a. Belastbaar minimumloon
- Artikel 6.1b. Verplichting debiteur terugbetaling studieschuld
- Artikel 6.2. Kwijtschelding aanvullende beurs bij onvoldoende inkomen
- Artikel 6.2a [Vervallen per 01-09-2023]
- Artikel 6.3. Vaststelling rentepercentage
- Artikel 6.4. Renteberekening
- Artikel 6.5. Terugbetalingsperiode
- Artikel 6.5a. Samenloop van terugbetaling
- Artikel 6.6. Aanloopfase
- Artikel 6.7. Aflosfase
- Artikel 6.8. Achterstallige schuld
- Artikel 6.9. Vaststelling en aflossing termijnbetalingen
- Artikel 6.9a. Versneld aflossen
- Artikel 6.10. Draagkracht debiteur uit inkomen op jaarbasis
- Artikel 6.11. Draagkracht niet binnenlands belastingplichtige debiteur; op aanvraag
- Artikel 6.12. Terugval in inkomen
- Artikel 6.13. Draagkracht ouder zonder partner
- Artikel 6.14. Partner van debiteur ook debiteur
- Artikel 6.15. Wijziging termijnbetaling
- Artikel 6.16. Garantiebepalingen
- Artikel 6.17. Omzetting van niet meer verrekenbare schulden in lening
-
Paragraaf 6.2. Terugbetaling levenlanglerenkrediet
- Artikel 6.18. Reikwijdte
- Artikel 6.19. Terugbetalingsregels
- Artikel 6.19a. Schorsing terugbetaling levenlanglerenkrediet in eerste vier maanden van de terugbetalingsperiode
- Artikel 6.19b. Schorsing terugbetaling bij samenloop levenlanglerenkrediet en reguliere studieschuld
- Artikel 6.20. Nadere terugbetalingsregels
-
Paragraaf 6.1. Algemeen
- Hoofdstuk 7. Herziening
- Hoofdstuk 8. Uitbetaling, verrekening en invordering
-
Hoofdstuk 9. Toezicht en sancties
- Paragraaf 9.1. Toezicht
-
Paragraaf 9.2. Verstrekken van inlichtingen
- Artikel 9.2. Verstrekken van inlichtingen door personen
- Artikel 9.3. Verschoningsrecht studentendecaan
- Artikel 9.4 [Vervallen per 01-01-2010]
- Artikel 9.5. Verstrekken van inlichtingen door instellingen
- Artikel 9.6. Verstrekken van inlichtingen door organen met een publiekrechtelijke taak
- Artikel 9.6a. Verwerking van gegevens voor de toepassing van
- Artikel 9.6b. Gegevensuitwisseling met andere staten
- Artikel 9.6c [Vervallen per 28-07-2018]
- Paragraaf 9.3. Bestuursrechtelijke geldschulden en bestuurlijke boete
- Paragraaf 9.4. Strafbepalingen
-
Hoofdstuk 10. [Vervallen per 01-09-2015]
- Artikel 10.1 [Vervallen per 01-09-2015]
- Artikel 10.2 [Vervallen per 01-09-2015]
- Artikel 10.3 [Vervallen per 01-09-2015]
- Artikel 10.4 [Vervallen per 01-09-2015]
- Artikel 10.5 [Vervallen per 01-09-2015]
- Artikel 10.6 [Vervallen per 01-09-2015]
- Artikel 10.7 [Vervallen per 01-09-2015]
- Artikel 10.8 [Vervallen per 01-09-2015]
-
Hoofdstuk 10a. Opbouw en terugbetaling studieschuld; «oude» debiteuren
- Artikel 10a.1. Reikwijdte
- Artikel 10a.2. Overstappen
- Artikel 10a.3. Toepassing artikelen
- Artikel 10a.4. Aflosfase
- Artikel 10a.5. Opschorten terugbetaling
- Artikel 10a.6. Vaststelling en aflossing termijnbetalingen
- Artikel 10a.7. Vaststelling draagkracht debiteur
- Artikel 10a.8. Draagkracht debiteur uit inkomen op jaarbasis
- Artikel 10a.9. Andere aanpassing van draagkracht debiteur
- Artikel 10a.10. Draagkracht partner van debiteur
- Artikel 10a.11. Aanvraag draagkracht partner niet meetellen
- Artikel 10a.12. Beide partners debiteur hoofdstuk 10a
- Artikel 10a.13. Partner debiteur
- Hoofdstuk 11. Overige bepalingen
-
Hoofdstuk 12. Overgangsbepalingen
-
Paragraaf 12.0. Overgangsbepalingen intrekking
- Artikel 12.0a. Begripsbepalingen
- Artikel 12.0b. Aanvang terugbetaling renteloze voorschotten ( )
- Artikel 12.0c. Samenloop terugbetalingen ( )
- Artikel 12.0d. Gevolgen voor samenstelling minimum terugbetalingsbedrag ( )
- Artikel 12.0e. Nieuwe vaststelling termijn ( )
- Artikel 12.0f. Terugbetaling renteloze voorschotten ( )
- Artikel 12.0g. Overgangsbepaling rijksstudietoelage ( )
- Artikel 12.0h. Overgangsbepaling studerende die ouderonafhankelijk is ( )
-
Paragraaf 12.1. Overgangs- en invoeringsbepalingen wijzigingswetten tot en met augustus 2015
- Artikel 12.1. Afwijking van
- Artikel 12.1a [Vervallen per 01-09-2022]
- Artikel 12.1a0 [Vervallen per 01-09-2022]
- Artikel 12.1aa [Vervallen per 01-04-2020]
- Artikel 12.1b. Afwijking van
- Artikel 12.1ba [Vervallen per 01-09-2022]
- Artikel 12.1c [Vervallen per 24-07-2019]
- Artikel 12.1ca. Afwijking van
- Artikel 12.1d. Overgangssituatie alleenstaande-ouderkorting
- Artikel 12.2 [Vervallen per 01-09-2015]
- Artikel 12.3 [Vervallen per 01-09-2015]
- Artikel 12.4 [Vervallen per 13-02-2004]
- Artikel 12.5 [Vervallen per 13-02-2004]
- Artikel 12.6 [Vervallen per 13-02-2004]
- Artikel 12.7 [Vervallen per 13-02-2004]
- Artikel 12.8 [Vervallen per 22-10-2008]
- Artikel 12.9. Afwijking van de en
- Artikel 12.9a. Reeds toegekende reisvoorziening
- Artikel 12.10. Afwijking van voormalig
- Artikel 12.10a. Afwijking van
- Artikel 12.10a1. langstudeerders geen rente verschuldigd
- Artikel 12.10b [Vervallen per 01-09-2015]
- Artikel 12.11 [Vervallen per 01-09-2022]
- Artikel 12.12. Afwijking in verband met de
- Artikel 12.13 [Vervallen per 01-09-2022]
-
Paragraaf 12.2. Overgangsbepalingen in verband met de Wet studievoorschot hoger onderwijs
- Artikel 12.14. Cohortgarantie studievoorschot voor ho-studenten aan een bacheloropleiding, masteropleiding, ongedeelde opleiding of opleiding duplex ordo
- Artikel 12.15. Tegemoetkoming voor de eerste vier cohorten onder het studievoorschot hoger onderwijs
- Artikel 12.16. Verhoogde aanvullende beurs in het eerste jaar na invoering van het studievoorschot
- Artikel 12.17 [Vervallen per 01-01-2016]
- Artikel 12.18. Reeds toegekende partnertoeslag
- Artikel 12.19. Afwijking van in verband met overgangssituatie afschaffing bijverdiengrens voor hoger onderwijs
- Artikel 12.20. Afwijking van tot 1 januari 2016
- Artikel 12.21. Indexering
-
Paragraaf 12.3. Overgangsbepalingen in verband met de omvorming van Ad-programma tot associate degree-opleiding
- Artikel 12.22. Aanvraag voor toekenning verlenging prestatiebeurs niet eerder dan in 2019
- Artikel 12.23. Overgangsbepaling Ad-programma en omzetting prestatiebeurs in gift
- Artikel 12.24. Omzetting prestatiebeurs in gift op aanvraag
- Artikel 12.25. Kwijtschelding studieschuld voor ho-studenten met handicap of chronische ziekte
- Paragraaf 12.4. Overgangsbepaling in verband met invoering verlaagd wettelijk collegegeld
- Paragraaf 12.5. Overgangsbepaling in verband met de Wet tot wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het verminderen van het aantal OV-boetes
- Paragraaf 12.6. Overgangsbepaling in verband met een wijziging van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering
- Paragraaf 12.7. Overgangsbepaling in verband met de Verzamelwet OCW 2020
-
Paragraaf 12.8. Overgangsbepalingen in verband met de
- Artikel 12.30. Tegemoetkoming voor cohorten onder het studievoorschot hoger onderwijs [Nog niet in werking]
- Artikel 12.31. Kwijtschelding studieschuld voor ho-studenten met een handicap of chronische ziekte
- Artikel 12.32. Overgangssituatie terugbetalingsregels mbo
- Artikel 12.33. Overgangssituatie studievoorschotvouchers
-
Paragraaf 12.0. Overgangsbepalingen intrekking
- Hoofdstuk 13. Maatregelen voor studenten in verband met uitbraak COVID-19
- Hoofdstuk 14. Slotbepalingen
- Slotformulier en ondertekening
Opschrift
Wet studiefinanciering 2000
files Content
[Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025]
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op de studiefinanciering te wijzigen als uitvloeisel van het regeerakkoord 1998 en van de nota «Flexibele studiefinanciering; een stelsel dat past»; dat het voorts wenselijk is de leesbaarheid van de Wet op de studiefinanciering te vergroten; dat het in verband met het grote aantal wijzigingen wenselijk is de Wet op de studiefinanciering in te trekken en te vervangen door een nieuwe wet;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
files Content
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
achterstallige schuld: achterstallige schuld als bedoeld in artikel 6.8 ,
afsluitend examen:
voor wat betreft hoofdstuk 4 het examen, bedoeld in artikel 7.4.2 WEB , alsmede het daarmee overeenkomende examen van een opleiding buiten Nederland als bedoeld in artikel 2.13a ,
voor wat betreft hoofdstuk 5 het examen, bedoeld in artikel 7.10a WHW , alsmede het daarmee overeenkomende examen van een opleiding buiten Nederland als bedoeld in artikel 2.14 ,
associate degree-opleiding: opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, tweede lid, onderdeel a, WHW , waaraan accreditatie als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, WHW is verleend,
bacheloropleiding: opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel b, WHW , die is geaccrediteerd als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, WHW , of die de toets nieuwe opleiding, bedoeld in artikel 1.1, onderdeel r, van die wet, met positief gevolg heeft ondergaan,
belastbaar minimumloon: belastbaar minimumloon als bedoeld in artikel 6.1a ,
beroepsonderwijs: opleiding als bedoeld in artikel 7.2.7, derde lid, WEB en als bedoeld in artikel 2.13a ,
collegegeldkrediet: lening voor betaling van het collegegeld in het hoger onderwijs,
debiteur: degene die zich krachtens artikel 6.1a heeft verplicht tot terugbetaling,
diplomatermijn beroepsonderwijs: termijn als bedoeld in artikel 4.9 ,
diplomatermijn hoger onderwijs: termijn als bedoeld in artikel 5.5 ,
hoger beroepsonderwijs: hoger beroepsonderwijs in de zin van de WHW ,
hoger onderwijs: wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs als bedoeld in paragraaf 2.3 en in artikel 2.14 ,
ho-student: degene die hoger onderwijs volgt, niet zijnde een extraneus,
lening: rentedragende lening die niet kan worden omgezet in een gift,
levenlanglerenkrediet: lening voor betaling van het lesgeld in het beroepsonderwijs of het collegegeld in het hoger onderwijs,
masteropleiding: opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel b, of tweede lid, onderdeel c, WHW , die is geaccrediteerd als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, WHW , of die de toets nieuwe opleiding, bedoeld in artikel 1.1, onderdeel r, van die wet, met positief gevolg heeft ondergaan,
mbo-student: degene die beroepsonderwijs volgt,
onderwijsnummer: door Onze Minister uitgegeven persoonsgebonden nummer, toegekend aan een persoon aan wie niet van overheidswege een burgerservicenummer is verstrekt,
Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
opleiding niveau 1 of 2:
entreeopleiding en basisberoepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b, WEB , en
opleiding buiten Nederland als bedoeld in artikel 2.13a waarvan Onze Minister heeft vastgesteld dat deze wordt aangemerkt als een opleiding niveau 1 of 2,
opleiding niveau 3 of 4:
vakopleiding, middenkaderopleiding en specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen c, d en e, WEB , en
opleiding buiten Nederland als bedoeld in artikel 2.13a waarvan Onze Minister heeft vastgesteld dat deze wordt aangemerkt als een opleiding niveau 3 of 4,
ouder: natuurlijke ouder of adoptiefouder in de zin van de artikelen 197 tot en met 232 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek,
ouder zonder partner: ouder die geen partner heeft als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Wet op het kindgebonden budget,
partner: partner als bedoeld in artikel 3 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen,
peiljaar: tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarin het studiefinancieringstijdvak aanvangt, dan wel het tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de draagkracht in de zin van hoofdstuk 6 wordt vastgesteld,
prestatiebeurs: rentedragende lening die onder voorwaarden kan worden omgezet in een gift, waarbij de rente teniet gaat, niet zijnde de rentedragende lening die niet kan worden omgezet in een gift,
prestatiebeurs beroepsonderwijs: prestatiebeurs als bedoeld in artikel 4.6a ,
prestatiebeurs hoger onderwijs: prestatiebeurs als bedoeld in artikel 5.1 ,
reisproduct: reisproduct als bedoeld in artikel 3.25 ,
reisrecht: recht om te reizen als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid ,
reisvoorziening: voorziening als bedoeld in artikel 3.7 en paragraaf 3.7 ,
RSR: Regisseur Studenten Reisrecht, de rechtspersoon die in opdracht van de vervoersbedrijven tot taak heeft de digitale administratie van het reisproduct voor studenten te voeren,
specialistenopleiding: specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel e, WEB ,
student: ho-student of mbo-student,
studiefinanciering: door Onze Minister verstrekte toekenning in verband met het volgen van een opleiding in het beroepsonderwijs of in het hoger onderwijs waarop uitsluitend op grond van deze wet aanspraak bestaat,
studiefinancieringstijdvak: kalenderjaar of een gedeelte daarvan waarop de toekenning van studiefinanciering betrekking heeft, met dien verstande dat deze periode ten minste 1 kalendermaand is,
studiejaar:
in het hoger onderwijs: tijdvak dat aanvangt op 1 september van enig kalenderjaar en eindigt op 31 augustus daaropvolgend,
in het beroepsonderwijs: tijdvak dat aanvangt op 1 augustus van enig kalenderjaar en eindigt op 31 juli daaropvolgend,
studiepunt: eenheid waarin de studielast, bedoeld in artikel 7.4, eerste lid, WHW , wordt uitgedrukt,
termijnbetaling: bedrag als bedoeld in artikel 6.9 , of als het een debiteur betreft op wie hoofdstuk 10a van toepassing is: bedrag als bedoeld in artikel 10a.6 ,
thuiswonende student: student die niet een uitwonende student is,
toetsingsinkomen: inkomen als bedoeld in artikel 8, eerste en tweede lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, met dien verstande dat voor berekeningsjaar wordt gelezen: peiljaar,
uitwonende student: student die voldoet aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 1.5 ,
veronderstelde ouderlijke bijdrage: bedrag dat verondersteld wordt door de ouders bijgedragen te worden waarmee de aanvullende beurs van de student wordt verminderd,
vervoerbedrijf: rechtspersoon die op grond van een overeenkomst met de Staat als partij of als derde verantwoordelijk is voor de uitvoering van het reisrecht,
voltijdse opleiding: opleiding in de zin van de WHW , met uitzondering van deeltijds onderwijs,
vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet 2000,
WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs ,
wetenschappelijk onderwijs: wetenschappelijk onderwijs in de zin van de WHW ,
wettelijk collegegeld: wettelijk collegegeld als bedoeld in artikel 7.45 WHW ,
WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek .
Onder voltijdse opleiding wordt mede verstaan een duale opleiding in de zin van de WHW .
Artikel 1.2. Peildatum
files Content
Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze wet is bepalend de toestand op de eerste dag van de maand, tenzij anders is bepaald.