Van Ark wil meer flexibele inzet van toezichthouders

11 september 2019

Staatssecretaris Tamara van Ark pleit voor een meer flexibele inzet van de toezichthouder. Volgens haar gaat de kwaliteit erop vooruit als de toezichthouder zijn inzet kan richten op meer toezicht waar het moet en minder waar dat kan. Dat schrijft de staatssecretaris in een brief aan de Tweede Kamer.

Tijdens het Algemeen Overleg Kinderopvang (20 juni 2019) beloofde Van Ark de Tweede Kamer om samen met toezichthouders en kinderopvangorganisaties na te gaan hoe zij in het toezicht de dialoog tussen beiden kunnen bevorderen. Ook is de dialoog met de toezichthouder één van de pijlers in het nieuwe toezicht in de Wet IKK. Maar merken managers daar al iets van? Hoe kan de dialoog worden bevorderd?

Dialoog is wenselijk

De dialoog tussen de kinderopvanghouder en toezichthouder is onder andere wenselijk doordat de toezichthouder dan een betere inschatting kan maken van de situatie tijdens een (onverwacht) bezoek. De toezichthouder kan dan meer oog hebben voor (onvoorziene) omstandigheden en deze beter duiden in het vormen van een oordeel over de gerealiseerde kwaliteit. Tevens helpt het de toezichthouder zich in het toezicht te verdiepen.

Flexibele inzet

Van Ark is met de bij toezicht en handhaving betrokken overheidspartijen in gesprek om te kijken op welke manier een meer flexibele inzet van de toezichthouder behulpzaam kan zijn. “Flexibiliteit moet bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van het toezicht en zo de kwaliteit, stabiliteit en veiligheid van de kinderopvang bevorderen. Over dit thema ga ik ook in gesprek met de kinderopvangbranche.”

Toezicht vaste gezichtencriterium

Tot slot schrijft de staatssecretaris dat er in de praktijk soms verschil van inzicht bestaat over de ruimte die een toezichthouder heeft om al dan niet een overtreding vast te stellen als niet precies aan de wettelijke eisen over het vaste gezichtencriterium en/of de drie-uursregeling wordt voldaan. Het ministerie van SZW, GGD GHOR Nederland en VNG stellen in een brief naar de sector dat bij het toezicht op deze eisen het belang van de kinderen en de inspanning van de kinderopvangorganisatie centraal staan. Volgens Van Ark betekent dit dat de toezichthouder ruimte heeft om tot een professioneel oordeel te komen of er sprake is van een overtreding die gerapporteerd moet worden. Het ministerie van SZW zal de beleidsregel werkwijze toezichthouder kinderopvang op dit punt uiterlijk 1 januari 2020 aanpassen.

Bron: Kinderopvangtotaal