Peiling mondelinge taalvaardigheid

11 april 2019

De peiling Mondelinge taalvaardigheid geeft zicht op de vaardigheid van basisschoolleerlingen einde groep 8 op het gebied van luisteren, spreken en gesprekken. Daar waar mogelijk is de vaardigheid van de leerlingen vergeleken met de resultaten uit eerder peilingsonderzoek in 2007 (luisteren) en 2010 (spreken). Ook is in de peiling in beeld gebracht hoe het onderwijsleerproces voor mondelinge taalvaardigheid er uit ziet op de deelnemende scholen. Tenslotte geeft de peiling zicht op de taalachtergrond van leerlingen en de taalactiviteiten die zij thuis zelf en met hun ouders ontplooien. Aan het peilingsonderzoek deden 2324 groep 8-leerlingen van 121 basisscholen mee.

Conclusie van het onderzoek

Op de ene school blijkt de mondelinge taalvaardigheid van leerlingen beter dan op de andere school. Vooral voor de subdomeinen spreken en gesprekken geldt dat een aanzienlijk deel van de prestatieverschillen tussen leerlingen toe te schrijven is aan de school (respectievelijk 18 en 17 procent). Kenmerken van het onderwijsleerproces die samenhangen met de prestatieverschillen zijn de rol van de schoolleiding, het schoolbestuur en het spreekklimaat. Deze kenmerken houden in samenhang verband met de prestaties op spreken en gesprekken. Op scholen met een relatief slecht spreekklimaat is de gespreksvaardigheid hoger als het schoolbestuur betrokken is bij het onderwijs in mondelinge taalvaardigheid. Op scholen met een schoolleider die betrokken is bij het onderwijs in mondelinge taalvaardigheid, hebben leerlingen hogere spreekscores dan op scholen met een schoolleider die leerkrachten vrij laat om het mondelinge taalvaardigheidsonderwijs vorm te geven. Dit geldt vooral voor scholen waar mondelinge taalvaardigheid ook vaak op de agenda van de teamvergadering staat.

Naast deze kenmerken van het onderwijsleerproces, zijn het vooral domeinspecifieke leerlingkenmerken die prestatieverschillen verklaren. Zo is de luister-, spreek- en gespreksvaardigheid hoger als leerlingen hoger scoren op begrijpend lezen. Dit geldt ook voor de mate van ervaren spreekvrijheid. Hoe meer spreekvrijheid een leerling ervaart, hoe hoger de luister-, spreek- en gespreksvaardigheid van deze leerling. Hoewel dit leerling- en geen schoolkenmerken zijn, is in ieder geval de spreekvrijheid wel een kenmerk dat door onderwijs te beïnvloeden is. Het vergroten van het gevoel van spreekvrijheid van leerlingen, zou ervoor kunnen zorgen dat bepaalde aspecten van de mondelinge taalvaardigheid beter tot uiting kunnen komen.

Binnenkort ontvangen de taalcoördinatoren op alle reguliere basisscholen in Nederland een reflectiewijzer in de vorm van een handzame waaier. Met deze reflectiewijzer, ontwikkeld samen met het Expertisecentrum Nederlands, kunnen schoolteams met elkaar van gedachten wisselen over het mondelinge taalonderwijs.

Bron : Inspectie van het onderwijs, 28-3-2019

Chris Zwart