In Nederland bestaan minimaal 154 particuliere initiatieven die zich richten op het regelen van doelgroepenvervoer en openbaar vervoer, zo blijkt uit een eerste inventarisatie van het Kennisplatform Verkeer en Vervoer (KpVV). Deze initiatieven ontstaan vooral op plekken waar de overheid onvoldoende in staat is om te voldoen aan de specifieke vervoersbehoeften van bepaalde groepen mensen.
Volgens het KpVV is het aantal particuliere initiatieven waarschijnlijk veel hoger, maar dat kan alleen worden bevestigd met meer zoekwerk. De initiatieven komen vaak tot stand op locaties waar de reguliere overheidsvoorzieningen geen antwoord bieden op de specifieke vervoersvragen. Omdat de overheid in veel gevallen niet tijdig of adequaat kan reageren, organiseren burgers zelf kleinschalige, op maat gemaakte vervoersoplossingen. Deze burgerinitiatieven sluiten vaak beter aan bij de vervoersbehoeften van de doelgroep dan wat de overheid in de huidige situatie kan bieden.
Van kleinschalig tot semi-professioneel
De initiatieven variëren sterk in grootte en aanpak. Sommige zijn zeer kleinschalig, terwijl andere meer semi-professioneel van aard zijn. Voorbeelden hiervan zijn ziekenhuisvervoer voor mensen met een laag inkomen en vervoer voor mensen met een beperking. Veel van deze initiatieven worden uitgevoerd zonder steun van de overheid, en wanneer er wel sprake is van overheidssteun, stellen de initiatiefnemers dat deze onvoorwaardelijk moet zijn, zodat ze de vrijheid hebben om hun werk op hun eigen manier voort te zetten.
Positieve verrassing
De resultaten van de inventarisatie hebben het KpVV positief verrast. Het platform merkt op dat de burgerinitiatieven een waardevolle bijdrage leveren aan het vervoerssysteem van Nederland, vooral omdat ze inspelen op specifieke behoeften die vaak over het hoofd worden gezien door de reguliere overheid. Het blijkt dat deze initiatieven goed in staat zijn om de doelgroepen die niet goed worden bediend door de reguliere overheidsvoorzieningen, op een efficiënte en persoonlijke manier van vervoer te voorzien.
Bron: Nationale Zorggids