Nieuwe aanpak voor leerlingenvervoer: Zet het kind centraal

28 januari 2025

De Kinderombudsman roept op tot een nieuwe benadering van het leerlingenvervoer, waarbij het kind centraal staat. De zorgenbrief aan Mariëlle Paul, staatssecretaris van Fundamenteel Onderwijs en Emancipatie, benadrukt de aanhoudende problemen die kinderen ervaren bij het vervoer naar school. Het is tijd voor een aanpak die niet alleen kijkt naar logistiek, maar vooral naar de behoeften en het welzijn van het kind.

Uit klachten die de Kinderombudsman regelmatig ontvangt, blijkt dat het leerlingenvervoer vaak niet goed verloopt. Kinderen worden te laat, te vroeg of zelfs helemaal niet opgehaald, wat leidt tot gemiste lesuren en onrust op school. In sommige gevallen zitten kinderen meer dan een uur in een taxibusje, waardoor ze overprikkeld en vermoeid aankomen. Dit heeft niet alleen gevolgen voor het kind zelf, maar ook voor de andere leerlingen en de leerkrachten.

Een kindgerichte benadering
Margrite Kalverboer, Kinderombudsman, stelt dat het tijd is om leerlingenvervoer anders in te richten, waarbij het kind centraal staat. Dit betekent niet per se dat het vervoer altijd in de vorm van een taxibusje moet zijn. Kinderen kunnen bijvoorbeeld ook baat hebben bij extra ondersteuning om zelfstandig naar school te fietsen of het openbaar vervoer te gebruiken. Het draait om het aanbieden van de juiste zorg en bescherming, afgestemd op de behoeften van het kind.

Betrek kinderen en ouders bij beslissingen
Naast het opnieuw inrichten van het vervoerssysteem, pleit de Kinderombudsman voor een grotere betrokkenheid van kinderen en ouders bij de beslissingen over het vervoer. In gesprekken met kinderen bleek dat zij duidelijke en betrouwbare afspraken willen over hun reistijd. Het is essentieel dat de afspraken consequent worden nageleefd, zodat kinderen weten waar ze aan toe zijn.

Scholen moeten een rol spelen
De Kinderombudsman vraagt daarnaast om een onderzoek naar de rol die scholen kunnen spelen in het leerlingenvervoer. Op dit moment is het vervoer vaak gemeentelijk geregeld, en scholen hebben weinig invloed op de uitvoering. Scholen beschikken echter over belangrijke kennis over de behoeften van hun leerlingen en kunnen waardevolle input leveren voor een kindgerichte aanpak.

De urgentie van inclusief onderwijs
Een ander belangrijk aspect is de versnelling van de stappen richting inclusief onderwijs. Dit houdt in dat leerlingen samen met andere kinderen les krijgen, ongeacht hun achtergrond of ondersteuningsbehoefte. Wanneer leerlingen meer lokaal naar school gaan, neemt de afhankelijkheid van leerlingenvervoer af, wat de druk op het systeem verlicht.

Luisteren naar kinderen en ouders is essentieel
Volgens Vincent Fafieanie van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) is het essentieel om leerlingenvervoer beter af te stemmen op de behoeften van kinderen. Hij wijst erop dat kinderen met verschillende gedragingen vaak lange tijd in busjes zitten, wat kan leiden tot ongemakken door de beperkte ruimte en het gebrek aan bewegingsvrijheid. Dit kan met name zwaar zijn na een schooldag vol indrukken.

Fafieanie benadrukt ook dat de betrokkenheid van scholen cruciaal is, omdat zij veel kennis hebben over hun leerlingen. Daarnaast moeten kinderen zelf meer inspraak krijgen, omdat zij het beste weten wat zij nodig hebben. Het betrekken van ouders kan ook nieuwe ideeën opleveren, zoals de mogelijkheid om bijvoorbeeld één dag per week zelf vervoer te regelen of samen met een ander kind uit dezelfde buurt te rijden. Het luisteren naar kinderen en ouders biedt waardevolle inzichten voor het verbeteren van het leerlingenvervoer.

Bron: Nederlands Jeugdinstituut