Een recente enquête van Kieskompas en het ANP, ingevuld door bijna 15.000 mensen, laat zien dat meer dan 15% van de Nederlanders gelooft in de in de theorie over omvolking. Deze complottheorie bevat elementen van antisemitisme, evenals antimoslim- en antimigrantensentimenten. Hanneke Felten van Movisie noemt dit zeer zorgelijk en benadrukt het belang van docenten en jongerenwerkers in het voorkomen dat jongeren ook vatbaar worden voor dergelijke ideeën.
Onderzoek wijst uit dat geloof in antisemitische en antimoslimcomplottheorieën kan leiden tot een negatieve houding ten opzichte van joden en moslims. Dit vergroot de kans op discriminatie onder aanhangers van deze theorieën. Hoewel de meeste Nederlanders de omvolkingstheorie niet onderschrijven, is het belangrijk om complotdenken actief te voorkomen.
Preventie is essentieel
Het antidiscriminatieprincipe is een fundamenteel onderdeel van de Nederlandse rechtsstaat. Daarom is het cruciaal om te voorkomen dat jongeren complottheorieën gaan aanhangen. Onderwijs en jongerenwerk spelen hierin een belangrijke rol. Docenten en jongerenwerkers kunnen jongeren bewust maken van het bestaan van complottheorieën en desinformatie, en uitleggen hoe deze theorieën zijn opgebouwd en waarom ze misleidend zijn.
Betrek jongeren actief
Een effectieve manier om jongeren weerbaar te maken tegen complottheorieën is door hen actief te betrekken, bijvoorbeeld via een game waarin ze leren complottheorieën te herkennen of zelfs zelf te bedenken. Dit geeft hun inzicht in hoe dergelijke theorieën werken en waarom ze aantrekkelijk kunnen lijken. Deze aanpak, ook wel ‘prebunking’ genoemd in de wetenschappelijke literatuur, kan jongeren helpen om niet in de val van complottheorieën te trappen. Het is van groot belang dat scholen en jongerenwerkers hiermee aan de slag gaan om complotdenken onder toekomstige generaties te voorkomen.
Bron: Nationale Onderwijsgids