Stand van Zaken Wet planmatige aanpak onderwijshuisvesting en gevolgen voor modelverordening VNG

07 augustus 2024

Auteurs: Wouter Houët, partner HEVO en Jan Schraven, JanSchravenAdvies

Wetsvoorstel planmatige aanpak onderwijshuisvesting

Het ministerie van OCW werkt aan een wetswijziging op het gebied van onderwijshuisvesting. De wetswijziging heeft als doel gemeenten en schoolbesturen meer planmatig te laten samenwerken met betrekking tot investeringen in schoolgebouwen. Het wetsvoorstel bevat de volgende elementen:

  • Voor gemeenten wordt het verplicht om eens per vier jaar een IHP vast te stellen, en voor schoolbesturen wordt het verplicht om een meerjarenonderhoudsplan (MJOP) vast te stellen;

  • Renovatie wordt een voorziening in de huisvesting, als alternatieve maatregel voor vervangende nieuwbouw;

  • Het investeringsverbod voor het PO en SO wordt zodanig aangepast dat het overeenkomt met de betreffende bepalingen uit de Wet op het voortgezet onderwijs. PO- en SO-besturen krijgen daarmee de mogelijkheid om in huisvesting te investeren.

Advies Raad van State

Het wetsvoorstel planmatige aanpak onderwijshuisvesting is al geruime tijd in ontwikkeling, dit naar aanleiding van het voorstel dat de sectorraden PO-raad, VO-raad en VNG hiervoor hebben opgesteld in 2018. Volgend op de internet-consultatieronde in het voorjaar van 2023 heeft het ministerie het wetsvoorstel aangeboden aan de Raad van State. Op 3 juli 2024 heeft de Raad van State haar advies uitgebracht, waarin zij opmerkingen plaatst en adviseert over verduidelijkingen ten aanzien van de verschillende onderdelen in het wetsvoorstel, o.a.:

  • Nader bezien van de voorgestelde procedure inzake het door schoolbesturen op te stellen MJOP en het IHP.

  • Het begrip renovatie verder te verduidelijken en af te bakenen, mede gelet op het verschil tussen de tekst van het wetsvoorstel en die van de toelichting.

Het volledige advies van de raad van state is hier in te zien.

De verwachting is dat het wetsvoorstel in het najaar van 2024 wordt aangeboden aan de Tweede Kamer. De beoogde inwerkingsdatum van de wet is 1 augustus 2025. Of deze datum wordt gehaald is sterk afhankelijk van een vlotte behandeling door de Tweede en Eerste kamer. Eerst zal de minister nog een reactie moeten geven op het afgegeven advies van de Raad van State.

Modelverordening VNG

Als de wet in werking treedt, heeft dit ook gevolgen voor de regelgeving op gemeentelijk niveau. Elke gemeente in Nederland is verplicht een lokale verordening vast te stellen die de aanvragen van huisvestingsvoorzieningen regelt. Gemeenten zijn immers verantwoordelijk voor bekostiging van (vervangende) nieuwbouw en uitbreiding van schoolgebouwen. En straks dus ook voor renovatie.

In navolging op het wetsvoorstel en vooruitlopend op de inwerkingtreding daarvan, is de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) begin 2024, onder begeleiding van HEVO en Jan Schraven Advies, gestart met het herijken van de Modelverordening Huisvestingsvoorzieningen Onderwijs.

Allereerst moeten de wettelijke vereisten ten aanzien van inhoud, werkwijze en procedures, betrekking hebbend op het IHP en renovatie als voorziening, worden vertaald in de verordening. Daarnaast is er een kans om middels de modelverordening de werking van het IHP te versterken ten opzichte van de wettelijke vereisten. Een voorbeeld is het meerjarig karakter van het IHP. De wettelijke jaarcyclus voor het indienen van aanvragen en vaststelling van een jaarlijks huisvestingsprogramma blijft uitgangspunt in het wetsvoorstel. Deze systematiek gaat voorbij aan het meerjarige karakter van het IHP, waarmee wordt beoogd een perspectief te geven voor een periode van vier jaar om schoolbesturen en gemeente voor de uitvoering van projecten in die periode de gewenste houvast te geven. Het meerjarig karakter van het IHP kan bijdragen aan een versnelling in de besluitvoering en uitvoering van onderwijshuisvestingsprojecten. Daarom wordt getracht in de modelverordening voor de projecten, die in het IHP zijn opgenomen, een vereenvoudigde aanvraag- en beoordelingscyclus vast te leggen.

Wanneer het gaat om renovatie is er de kans om het begrip zodanig te definiëren, dat renovatie wordt ingezet als volwaardig alternatief voor vervangende nieuwbouw.

Naast het gegeven van de aanstaande wetswijziging zijn er ook meerdere ontwikkelingen die aanleiding zijn tot herijking of afweging voor opname in de Verordening. Denk aan de noodzaak tot verduurzaming (zie ook de Sectorale Routekaarten), het in lijn met de praktijk brengen van de uitvoeringsbepalingen en/of de ontwikkeling van Integrale Kindcentra. Een standaardisering van uitvoeringsafspraken kan bijdragen aan een versnelling van de implementatie van een IHP; de lokale verordening kan daarvoor een goed basis vormen.