Gewijzigde eisen aan onderwijsgebouwen in het BBL

24 mei 2024

Bert Fransen, 21 mei 2024

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet van kracht geworden. De Omgevingswet integreert een groot aantal wetten en regelingen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving en brengt ze samen in één wettelijk stelsel. De invoering van de Omgevingswet heeft ook gevolgen voor de eisen die de wet aan schoolgebouwen stelt. Tot de invoering van de Omgevingswet was een belangrijk deel van deze eisen te vinden in het Bouwbesluit 2012. Met ingang van 1 januari 2024 is het Bouwbesluit 2012 komen te vervallen en zijn de eisen aan onderwijsgebouwen te vinden in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL). Het BBL bouwt qua eisen voort op het Bouwbesluit 2012, echter bij de invoering van het BBL zijn ook enkele wijzigingen doorgevoerd aan de eisen die gesteld worden aan onderwijsgebouwen. In dit artikel zetten we de belangrijkste verschillen op een rij. Daarbij laten we generieke wijzigingen zoals bijvoorbeeld keuze voor een andere hoofdstukindeling buiten beschouwing en focussen we op verschillen die relevant zijn voor onderwijsgebouwen voor het funderend onderwijs.

Gebruiksmelding

Tot 1 januari 2024 was een gebruiker verplicht een melding brandveilig gebruik te doen indien het gebouw door meer dan 50 personen tegelijk werd gebruikt. Bovendien gold dat een omgevingsvergunning brandveilig gebruik verplicht was indien het onderwijsgebouw tevens onderdak bood aan een kinderdagverblijf voor meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar. Dit is komen te vervallen. Met de invoering van de Omgevingswet geldt uitsluitend nog een gebruiksmelding, ook indien sprake is van een kinderdagverblijf binnen het onderwijsgebouw. De gebruiksmelding is niet vereist indien het onderwijsgebouw door minder dan 10 personen wordt gebruikt (basisonderwijs) of door minder dan 50 personen (overig onderwijs).

Aantal toiletruimten

In het Bouwbesluit 2012 was opgenomen dat een onderwijsgebouw voor iedere 30 personen over tenminste één toilet beschikte, met een minimum van 2 toiletten. Deze eis is gekomen te vervallen. Het BBL stelt geen eisen meer aan het aantal toiletten in een onderwijsgebouw, behoudens toiletten voor mindervaliden. Het BBL stelt dat een onderwijsgebouw tenminste één MiVa-toilet dient te hebben per 1.050 personen (voorheen: 1 MiVa-toilet per 35 reguliere toiletten).

Controle brandmeldinstallatie

Voorheen diende de eigenaar van een gebouw te controleren aan de hand van de NEN 2654-1. Met de invoering van het BBL is deze eis komen te vervallen. De eigenaar van het gebouw krijgt een zorgplicht om alle gebouwinstallaties adequaat te beheren, onderhouden en controleren. Voor brandmeldinstallaties geldt dat daarvoor nog steeds teruggevallen kan worden op de NEN 2654-1, maar dat is niet meer verplicht.

Functiewijziging

Indien de functie van een gebouw wordt gewijzigd naar een onderwijsfunctie gelden in beginsel de eisen voor bestaande bouw voor een onderwijsfunctie. Sinds de invoering van het BBL geldt dat niet meer voor de geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie van een onderwijsgebouw. Deze moet aan nieuwbouweisen voldoen.

Verlichting vluchtroute

Het Bouwbesluit 2012 stelde eisen aan de verlichtingssterkte die geldt voor ruimten waardoor een vluchtroute voert. Die golden alleen voor besloten ruimten. Het BBL stelt bij nieuwbouw ook eisen aan de verlichtingssterkte van ook niet besloten ruimten zoals vluchtroutes over daken. Voor bestaande bouw zijn de eisen uit het Bouwbesluit 2012 overgenomen.

Verplichte CO2-meters in bestaande scholen (m.i.v. 1 juli 2024)

Naar verwachting zal het BBL met ingang van 1 juli 2024 gewijzigd worden. In alle bestaande en nieuwe scholen voor het funderend onderwijs wordt het verplicht om CO2-meters in verblijfsruimten te plaatsen. Het BBL beschrijft de eisen waaraan de CO2-meters moeten voldoen.

Op dit moment dienen scholen voor basisonderwijs al te beschikken over CO2-meters tenzij de verblijfsruimten in de basisschool beschikt over ventilatievoorzieningen die gebouwd zijn voor 1 juli 2015. Vanaf 1 juli 2024 gaat deze eis gelden voor alle scholen in het basis-, (voortgezet) speciaal en voortgezet onderwijs ongeacht het bouwjaar van de ventilatievoorzieningen.

Verbod loden leidingen (m.i.v. 1 januari 2026)

Naar verwachting zal het BBL met ingang van 1 januari 2026 gewijzigd worden en wordt een verbod op loden leidingen ingevoerd. Daartoe wordt een maximum gesteld aan de loodconcentratie in het drinkwater. Indien een onderwijsgebouw loden leidingen heeft, stelt het BBL dat bij voorbaat wordt aangenomen dat de concentratie van het lood in het drinkwater de grenswaarde overschrijdt. Gebouwen van voor 1960 kunnen loden leidingen bevatten.