Waar let de financieel inspecteur op bij controle van het bestuursverslag?

13 april 2021

Wanneer vindt een financieel inspecteur dat een bestuur zich goed verantwoordt? Hoe wordt daarover gesproken met besturen? En waarom is die continuïteitsparagraaf toch zo belangrijk? Deze, en meer, vragen stelde de PO-Raad in gesprek met directeur Rekenschap en Juridische Zaken Annelies Opstraat en financieel inspecteur Ingrid van der Horst.

Verantwoording over financiën

Als inspectie beoordelen jullie bij elk vierjaarlijks onderzoek de verantwoording van onderwijsbesturen over hun financiën. Waar let je dan vooral op?

Opstraat: ,,Dat besturen in hun verantwoording echt iets zeggen over hun ambities, waar ze staan, welke school of scholen ze willen zijn. In dat licht is het belangrijk dat een bestuursverslag niet alleen voor ons wordt geschreven, maar ook voor ouders, MR, gemeente en andere belanghebbenden.”

Van der Horst: ,,Het bepalen van de ambitie is het vertrekpunt voor besturen om hun onderwijsdoelen te bepalen. Wij bekijken in de verantwoording of en hoe die doelen zijn gekoppeld aan financiële middelen. Maar dat is vooruitkijkend. Wij kijken ook terug: zien we aan welke doelen de rijksmiddelen zijn besteed? Daarnaast besteden we in onze analyse aandacht aan de rechtmatigheid van de bestedingen en aan de financiële continuïteit van het bestuur. Tot slot letten we op de verantwoording in de continuïteitsparagraaf.”

Jaarrrekening

Jullie zien dus een verhaal, niet alleen een jaarrekening?

Van der Horst: ,,Ja, we kijken naar de samenhang tussen beleid en financiële middelen. Dit is niet los van elkaar te zien. Als je geen geld meer hebt, kun je je doelen niet behalen. We kennen het format van de PO-Raad. Zo’n format helpt om bewust doelen te koppelen aan de inzet van financiële middelen, maar het is slechts een instrument. Het garandeert niet dat je verslag volledig is.”

Hoe praat je daarover met besturen?

Opstraat: ,,In veel onderzoeken trekken wij samen op met de inspecteur kwaliteit en in gesprekken met besturen vragen wij aandacht voor de koppeling tussen beleid en financiën. Daarnaast praten we met besturen over de continuïteitsparagraaf, waar kan of moet de verantwoording verbeterd worden? Als wij zien dat iets wettelijk niet in orde is, dan zullen we daarop handhaven. Maar als inspectie hebben we natuurlijk ook de rol om een bestuur te stimuleren. Zo kunnen we aanraden om nog eens naar bepaalde onderdelen te kijken. Kortom: Sommige dingen móeten beter, andere dingen kunnen beter.”

Continuïteitsparagraaf

Waar kunnen besturen over het algemeen meer aandacht aan besteden?

Van der Horst: ,,Dat is de continuïteitsparagraaf, waarin risico’s beschreven worden. De continuïteitsparagraaf werd in 2013 ingevoerd, naar aanleiding van enkele debacles in onderwijsland. De afgelopen jaren voerden we als inspectie verschillende onderzoeken uit naar de continuïteitsparagraaf en we concluderen hierin dat de kwaliteit ervan kan worden verbeterd. Bij elk vierjaarlijks onderzoek wordt de continuïteitsparagraaf onder de loep genomen. We willen niet alleen alle verplichte elementen terugzien, maar kijken ook nadrukkelijk naar de informatiewaarde ervan. Als een element van de continuïteitsparagraaf niet aan de wet voldoet, geven we een herstelopdracht. ”

Opstraat: ,,Het opstellen van een kwalitatief goede continuïteitsparagraaf helpt een bestuur in controle te zijn en draagt bij aan de dialoog met in- en externe belanghebbenden. Je schrijft ‘m niet alleen voor ons, maar vooral voor jezelf.”

Bron: PO-Raad