Wet op de erkende onderwijsinstellingen [Tekst geldig vanaf 01-08-2022]
- Opschrift
- Wet op de erkende onderwijsinstellingen
- Titel I. Algemene bepalingen
- Titel II. Erkenning
-
Titel III. Voorwaarden voor de erkende instelling
- Artikel 6. Vermelding van erkenning
- Artikel 7. Bewijzen en verklaringen van bekwaamheid
- Artikel 8. Verklaring omtrent het gedrag
- Artikel 9. Kwaliteit van de cursus
- Artikel 10. Werving cursisten
- Artikel 11. Overeenkomst met cursist
- Artikel 12. Examens
- Artikel 13. Gecommitteerden
- Artikel 14. Diploma's, certificaten, beoordelingslijsten en verklaringen
- Artikel 15. Afwijkende voorschriften ten behoeve van bepaalde examens
- Artikel 16. Waarborg belang onderwijs
- Artikel 17. Informatieplicht bevoegd gezag
- Artikel 18. Deskundigenonderzoek
- Titel IV. Nadere voorwaarde voor handhaving van de erkenning; intrekking en verval van de erkenning
- Titel V. [Vervallen per 01-09-2002]
- Titel VI. Bijzondere bepalingen
- Titel VII. Overgangs- en slotbepalingen
- Inhoudsopgave
Opschrift
Wet op de erkende onderwijsinstellingen
files Content
[Tekst geldig vanaf 01-08-2022]
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te komen tot een regeling voor erkenning voor het bijzonder onderwijs, dat niet uit ’s Rijks kas wordt bekostigd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Titel I. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
files Content
In deze wet wordt verstaan onder:
"Onze Minister": Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
"instelling": een instelling voor onderwijs die uitgaat van een natuurlijke persoon dan wel van een privaatrechtelijke rechtspersoon;
"bevoegd gezag": de natuurlijke persoon van wie de instelling uitgaat dan wel het orgaan van de rechtspersoon dat bevoegd is terzake van de instelling rechtshandelingen te verrichten;
"de inspectie": de inspectie bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht , voor zover belast met taken op het gebied van het onderwijs waarop deze wet van toepassing is;
"schriftelijk onderwijs": onderwijs waarbij de communicatie tussen cursist en instelling zich geheel of in hoofdzaak voltrekt door geregelde uitwisseling van het gedrukte en geschreven woord al dan niet in combinatie met visuele, auditieve, audiovisuele of andere hulpmiddelen;
"auteur": hij die ten behoeve van het schriftelijk onderwijs door het bevoegd gezag is belast met het samenstellen en bijhouden van de schriftelijke lessen dan wel de daarbij behorende hulpmiddelen, dan wel beide;
"docent": hij die door het bevoegd gezag is belast met het geven van mondelinge lessen dan wel het corrigeren en van aanwijzingen voorzien van het door cursisten ingezonden werk dan wel beide;
"cursus": een educatieve activiteit, waarbij door interactie tussen docent en cursist met een vooropgezet leerdoel een afgeronde hoeveelheid kennis, vaardigheid of attitudes wordt overgedragen. Indien een instelling ten behoeve van een wederpartij slechts een deel van de cursus verzorgt, wordt dit deel als cursus aangemerkt;
"deelexamen": een voor de cursist op zich staand examen in een examenvak.
Artikel 2. Reikwijdte wet
files Content
Deze wet is van toepassing op het onderwijs dat niet volledig en rechtstreeks uit ’s Rijks kas wordt bekostigd, gericht op het afleggen van een van de volgende examens:
een staatsexamen als bedoeld in artikel 2.72 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 , en
een eindexamen als bedoeld in artikel 2.51, tweede lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020 .
Deze wet is niet van toepassing op het onderwijs, aangewezen op grond van artikel 2.66 of artikel 2.71 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 , op onderwijs verricht in het kader van contractactiviteiten als bedoeld in artikel 2.9, tweede lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020 , en op het onderwijs in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.