Besluit van 24 juni 2022 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB, houdende maatstaven voor studiesucces in het mbo

03 juli 2022

Met ingang van 1 augustus 2022 bevat de WEB een hard criterium van de term 'zeer zwak' wat de kwaliteit van het onderwijs betreft. Een van de maatstaven is de mate van het studiesucces van de studenten. Wat onder 'studiesucces' wordt verstaan, is nu ingevuld in het Besluit van 24 juni 2022: het wordt gemeten aan de hand van de indicatoren jaarresultaat, diplomaresultaat en startersresultaat.

In de WEB is een bepaling opgenomen (art. 6.1.4b, in werking per 1 augustus 2022) dat de kwaliteit van een door de overheid bekostigde beroepsopleiding zeer zwak is indien het studiesucces van die opleiding onvoldoende is, en het bevoegd gezag onvoldoende uitvoering geeft aan:

  1. de zorgplicht inzake het onderwijsprogramma en de examinering,

  2. de beroepspraktijkvorming, of

  3. de regels op het gebied van veiligheid.

Doel hiervan is om studenten mbo op de niveaus 2, 3 en 4 te beschermen tegen het verlaten van de mbo-instelling zonder startkwalificatie ofwel diploma en tegen onderwijs dat kwalitatief onvoldoende is.

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop het studiesucces wordt gemeten en beoordeeld.

Het Besluit van 24 juni 2022 bevat de invulling van wat onder studiesucces wordt verstaan en hoe dit moet worden gemeten en beoordeeld: studiesucces voor het bekostigd beroepsonderwijs op niveau 2, 3 en 4 wordt gemeten aan de hand van de indicatoren jaarresultaat, diplomaresultaat en startersresultaat. Deze indicatoren zijn overgenomen uit het 'Onderzoekskader 2021 voor het toezicht op het middelbaar beroepsonderwijs' van de inspectie.

Het jaarresultaat geeft een beeld van de prestaties van een opleiding in een bepaald jaar. Het diplomaresultaat meet over een langere periode of een student bij de instelling een diploma haalt en niet zonder startkwalificatie uitvalt. Het startersresultaat meet wat de situatie is van een nieuwe student één jaar na zijn instroom in de instelling. Door studiesucces te meten aan de hand van deze drie verschillende indicatoren, ontstaat er een genuanceerd beeld dat recht doet aan de realiteit van verschillende typen opleidingen. Ook doet dit recht aan wat er wordt verstaan onder studiesucces in het mbo: namelijk het succesvol begeleiden van een student naar een diploma mbo 2-3-4 en dus een van de vereiste startkwalificaties in de zin van de Leerplichtwet 1969.

In een bij deze AMvB behorende ministeriële regeling wordt verder uitgewerkt hoe de berekening van bovenstaande indicatoren plaatsvindt, evenals de normering ervan voor het oordeel onvoldoende studiesucces.

Inwerkingtreding: 1 augustus 2022.

Vindplaats: Stb 2022, 273.