Vervoersbedrijven laten aanbestedingen die voor hen niet rendabel zijn steeds vaker links liggen. Tegelijkertijd worden vervoersopdrachten vaker geclusterd en wordt de gemiddelde looptijd langer. Dat schrijft Saida Akaaboune namens het Aanbestedingsinstituut Mobiliteit.
Opvallend is dat de taximarkt zelf signalen begint af te geven richting aanbestedende diensten over de tarieven voor doelgroepenvervoer. Sinds 2019 gebeurde het al meerdere malen dat vervoerders de contracten niet op een rendabele manier konden uitvoeren. Hierdoor werden er geen geldige inschrijvingen gedaan.
Dit gebeurde onder andere in de regio Gooi- en Vechtstreek, waar men nu wil gaan inbesteden. De eerste poging tot aanbesteding door Zilveren Kruis leverde geen geldige inschrijvingen op. In Den Helder mislukten zelfs twee pogingen om het wmo-vervoer te gunnen en bij de aanbesteding van werkbedrijf Soweco kwam slechts één geldige inschrijving binnen, wat niet genoeg was. Volgens vervoerders liggen vergoedingen bij dergelijke aanbestedingen vaak te laag en blijkt het lastig met deze opdrachtgevers in gesprek te komen.
Looptijd vervoerscontracten
Tegelijkertijd neemt de gemiddelde looptijd van vervoerscontracten aanzienlijk toe. Met name bij wmo-vervoer is er sprake van langlopende contracten met verlengingen van bijvoorbeeld zes tot negen jaar. Voorheen waren overeenkomsten van slechts twee of drie jaar normaal.
Clusteren
Ook worden vervoersopdrachten steeds meer geclusterd en daarmee ook complexer. Zo omvatten ze bijvoorbeeld meerdere regio’s en vervoersvormen. Dit geldt voor Omnibuzz in Limburg, Publiek Vervoer in Groningen en Drenthe en Avan in de regio Arnhem-Nijmegen. Die samenwerking vindt vooral in het wmo-vervoer plaats maar ook steeds vaker in het leerlingenvervoer. Vaak is clustering een positieve ontwikkeling, zo lang de efficiëntie er baat bij heeft. Risico is wel dat werkpakketten zo groot worden dat ze voor kleinere vervoerders buiten bereik raken.
Bron: Taxipro