Vereenvoudiging bekostiging PO: nieuw allocatie systeem

05 december 2019

Nu binnenkort het wetsvoorstel over de vereenvoudiging bekostiging PO naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd, wordt het tijd voor de scholen en hun besturen zich nader te buigen over de toewijzing van de middelen aan de scholen, de allocatiesystematiek.

In de huidige toewijzing van de middelen speelt de regelgeving van de huidige bekostiging meestal een doorslaggevende rol. De toekenning o.b.v. de bekostigingsformules is meestal de grondslag voor het bedrag dat aan de school beschikbaar wordt gesteld. Het gaat om de basisbekostiging en vaak ook om de aanvullende en bijzondere bekostiging die per school worden berekend, daar waar het de personele en de materiele bekostiging betreft. Daarbij worden de formules veelal precies gevolgd. Ook wat de onderdelen van de MI betreft zoals de groepsafhankelijke en de leerlingafhankelijke bekostiging. Die formules zijn met ingang van 2023 echter niet meer aanwezig. De toekenning betreft dan een bedrag per leerling voor personeel èn materieel waarbij het niet duidelijk is wat voor het een of wat voor het ander bedoeld is.

Dit noodzaakt besturen, scholen en medezeggenschapsorganen om te komen tot eigen criteria voor de toekenning van de middelen aan de scholen. De verwachting is dat ze vaak terug zullen vallen op de oude formules, maar het is de vraag of dat mogelijk en wenselijk is. Uit oogpunt van beleid wordt dit niet wenselijk geacht. De verandering is juist mede bedoeld om te komen tot een eigen visie op de toedeling van middelen en niet op basis van de formules van DUO. De eigen meerjarenvisie moet bepalend zijn voor de toekenning van middelen vanuit een zelfstandig ontwikkeld allocatiemodel. Bestuur, school en medezeggenschapsorgaan doen er verstandig aan nu alvast een nieuw allocatiemodel te ontwikkelen zodat in 2023 de verdeling van de middelen voortvarend kan gaan plaatsvinden.