Betere start kinderopvanglocaties dankzij 'Streng aan de Poort'

13 maart 2019

Sinds GGD'en werken met 'Streng aan de Poort' maken nieuwe kinderopvang- en bso-locaties een betere start. Dat is de conclusie van de VNG en GGD GHOR Nederland na een eerste evaluatie van de nieuwe werkwijze. GGD GHOR Nederland en de VNG willen het onderzoek vaker uitvoeren.

Sinds 2017 werken GGD’en met ‘Streng aan de Poort’. Wanneer houders een nieuw kindercentrum of gastouderbureau willen openen, verhuizen of van houder wijzigen, krijgen zij met deze werkwijze te maken. ‘Streng aan de Poort’ betekent dat de locatie bij het onderzoek voor registratie (OVR) intensief wordt onderzocht. De GGD gaat meer dan voorheen in op het te voeren beleid van de houder in het nieuwe kindercentrum. De nieuwe werkwijze is uitgebreider dan voorheen en kost meer tijd voor houder en toezichthouder. Het onderzoek na registratie kost juist minder tijd. Ook worden minder overtredingen geconstateerd waardoor minder handhaving moet worden ingezet.

Minder tekortkomingen

Het achterliggende idee is dat door een strengere inspectie vóór de start van een kindercentrum, alleen potentiële houders overblijven die over voldoende kennis en kunde beschikken. GGD GHOR Nederland: 'We zien dat het aantal aanvragen stabiel hoog is, dat het aantal afwijzingen niet verandert, en we zien vooral dat kinderopvang- en bso-locaties zowel voor als na registratie minder tekortkomingen hebben.'

Gastouderbureaus

Bij gastouderbureaus worden bij het onderzoek voor registratie wel meer overtredingen geconstateerd. Ook neemt het percentage positieve adviezen om te registreren af. Volgens GGD GHOR Nederland is dit een positieve ontwikkeling omdat er kwalitatief betere gastouderbureaus toetreden tot het stelsel.

Bron:nationaleonderwijsgids.nl