Versterking positie leraar

22 februari 2019

De ministers van Engelshoven en Slob schrijven in een Kamerbrief getiteld ‘Aan de leraar’ van 16 januari 2019 over de versterking van de positie van de leraar. ‘De roep om eigenaarschap is gehoord. Leraren verdienen meer ruimte om zelf iets te maken van hun vak en hun beroepsgroep. Het is wat ons betreft echt aan de leraar.’ In deze Kamerbrief reageren ze ook op het advies ‘Verkenning Leraren’ van de heer Rinnooy Kan en geven ze een eerste reactie op het Onderwijsraadadvies ‘Ruim baan voor leraren’.

Een sterke beroepsgroep

Een nieuwe beroepsgroeporganisatie hoort van leraren zelf te zijn en door leraren zelf opgebouwd te worden. Die organisatie gaat het register overnemen van de Onderwijscoöperatie.

Goed en flexibel opleiden

De basis voor het leraarschap wordt in de opleiding gelegd. Instellingen leiden hun studenten op voor het huidig leraarschap, maar bereiden hen ook voor zélf vormgever te zijn van hun vak. Daarin komt steeds meer ruimte voor eigen keuzes, bijvoorbeeld door de aanstaande curriculumherziening.

De bewindslieden vinden het vrij recente advies - waarin de Onderwijsraad zich richt op de lange termijn - waardevol en beschouwen een brede basis van pedagogiek en didactiek als een interessant idee. Specifieke inhoudelijke kennis is onmisbaar en zal dat blijven om les te kunnen geven in een vakgebied. Voor sommige klassen is een beroepsexpert of een academisch geschoolde vakexpert nodig, voor andere klassen kan een leraar met brede kennis over een cluster van vakken van toegevoegde waarde zijn. Veel aspirant-leraren kiezen voor het onderwijs vanuit een vakinhoudelijke expertise of interesse, terwijl anderen voor het onderwijs kiezen omdat ze graag willen lesgeven. Deze diversiteit is in het belang van leerlingen. ‘We willen het advies de Onderwijsraad met ambitie verder uitwerken met scholen uit de verschillende sectoren en lerarenopleidingen. Uit het onderzoek van ResearchNed blijkt dat de pabo’s en lerarenopleidingen al veel differentiëren en verschillende specialisaties bieden. Er zijn nog wel verbeteringen mogelijk. Bestaande specialisaties kunnen bijvoorbeeld verder inhoudelijk worden ingevuld. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om meer specifieke kennis over de ontwikkeling van het jonge kind en gerichte aandacht voor de werkomgeving van docenten in het (v)mbo.’

Lerende organisaties en strategisch personeelsbeleid

‘Schoolleiders en schoolbesturen zijn er verantwoordelijk voor dat de leraar op school goed tot zijn recht komt. Daarvoor zijn lerende organisaties nodig. Een visie op leren en ontwikkelen kan niet door alleen de schoolleiding worden bedacht, maar moet in samenspraak met het team tot stand komen. De afspraken hierover komen in het professioneel statuut. De verantwoordelijkheid voor het strategisch personeelsbeleid ligt bij het bestuur en de inspectie gaat hierop toezicht houden. ’Strategisch’ betekent dat het personeelsbeleid is afgestemd op de visie en doelen waar een school aan werkt en de opgave waar de school voor staat. Deze opgave wordt beïnvloed door (veranderende) interne en externe factoren, zoals de aanpak van werkdruk, voorbereiding op de curriculumherziening, omgaan met leerlingdaling en het lerarentekort.

‘De komende periode wordt extra ingezet op voorlichting en communicatie over het professioneel statuut, zodat alle schoolbesturen en leraren goed op de hoogte zijn van doel en verwachtingen.’ Dit is nog niet het geval. ‘Besturen krijgen de gelegenheid hier vervolgens werk van te maken. Daarbij is het vooral belangrijk dat scholen aan de slag gaan met de onderliggende doelen: professionalisering en het stimuleren van de professionele dialoog. Bij goed werkgeverschap gaat het om zaken als het scheppen van een prettige werkomgeving, het bieden van aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden met voldoende loopbaan- en ontwikkelmogelijkheden en het tegengaan van werkdruk.’

‘De beschreven hoofdlijnen van het lerarenbeleid dragen op de langere termijn ook bij aan het terugdringen van het lerarentekort. Dit laat onverlet dat we ook op de korte termijn doorgaan met het aanpakken van het lerarentekort.’ De bewindslieden noemen hier o.a. de regionale aanpak.

Bron: 16 januari 2019; Betreft ‘Aan de leraar’, Kamerbrief van van Engelshoven en Slob; https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/01/16/kamerbrief-over-de-versterking-van-de-leraar