Toekomst Vervangingsfonds en Participatiefonds

17 december 2018

Na jarenlange onduidelijkheid heeft minister Slob op 6 november 2018 de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over het toekomstbeeld van het Vervangingsfonds en het Participatiefonds, waarbij schoolbesturen in het primair onderwijs zijn aangesloten. Dit toekomstbeeld is ontwikkeld in overleg met en instemming van de PO-Raad en de vakbonden. De toekomst van beide fondsen verschilt. De wettelijke taak van het Vervangingsfonds om kosten van vervanging bij ziekte van onderwijspersoneel te vergoeden, wordt op termijn beëindigd. De wettelijke taak van het Participatiefonds om de vergoeding van werkloosheidsuitkeringen te garanderen blijft weliswaar bestaan, maar wordt de komende tijd wel ingrijpend vereenvoudigd en gemoderniseerd. Om dit te kunnen realiseren wordt in de loop van volgende jaar een voorstel tot wetswijziging ingediend bij de Tweede Kamer.

De beëindiging van de wettelijke taak van het Vervangingsfonds betekent dat vanaf het moment waarop het wetsvoorstel van kracht is de ministeriële aanwijzing van het fonds als rechtspersoon voor de uitvoering van deze taak wordt ingetrokken. Dan vervalt ook de verplichte aansluiting van schoolbesturen bij het fonds. Op dit moment is al meer dan de helft van de schoolbesturen eigenrisicodrager. Ieder jaar groeit dit aandeel. Daarmee neemt het draagvlak, en dus ook de noodzaak en houdbaarheid, van het fonds af. Het precieze moment waarop het Vervangingsfonds wordt beëindigd, moet nog worden vastgesteld.

De beëindiging zal plaatsvinden als aan diverse voorwaarden is voldaan. Belangrijk daarbij is de vaststelling dat schoolbesturen (groot én klein), via samenwerking, in staat zijn om zonder het Vervangingsfonds te voorzien in de kosten van vervanging van ziek personeel. Schoolbesturen die de vervangingskosten nu nog, geheel of gedeeltelijk, declareren bij het fonds, worden voorbereid en ondersteund op weg naar de opheffing van het fonds.