Nieuwe normbedragen bekostigen voorzieningen huisvesting onderwijs

06 december 2018

In de afgelopen jaren is discussie geweest over het wetsvoorstel ‘Meer Ruimte voor Scholen’. Naar aanleiding van de in de discussie gemaakte opmerkingen is het conceptwetsvoorstel aangepast. Dit aangepaste wetsvoorstel is op 2 oktober j.l. bij de Tweede Kamer ingediend. Kan tot op heden een nieuwe school worden opgericht op basis van richting, het nieuwe wetsvoorstel biedt de mogelijkheid om nieuwe scholen op te richten die beter aansluit op de wensen van de ouders en leerlingen. Als nieuw element is in het wetsvoorstel opgenomen een kwaliteitstoets voor nieuwe scholen. Voor het vaststellen of een aanvraag voor een nieuwe school moet worden gehonoreerd wordt in de huidige systematiek uitgegaan van de veronderstelde belangstelling voor de richting van de nieuw school. In de nieuwe systematiek wordt daarentegen de daadwerkelijke belangstelling gemeten. Dit kan door middel van een ouderverklaring, of een marktonderzoek. Het streven is de nieuwe wet met ingang van 1 augustus 2019 te laten ingaan. Behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede en Eerste Kamer moet echter nog plaatsvinden.

https://www.poraad.nl/nieuws-en-achtergronden/wetsvoorstel-meer-ruimte-voor-nieuwe-scholen-naar-tweede-kamer

Nieuwe normbedragen bekostigen voorzieningen huisvesting onderwijs.

Gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht voor de huisvesting van het primair en voortgezet onderwijs. Gemeenten dragen (o.a.) de kosten van nieuwbouw en uitbreiding, daarvoor ontvangen zij geld via het gemeentefonds. Door middel van een gemeentelijke verordening wordt dit geld verdeeld. Schoolbesturen ontvangen van het Rijk de middelen voor onderhoud en exploitatie. Deze taakverdeling vraagt om samenwerking en afstemming van exploitatie en investeringen.

Normbedragen verhogen

Als reactie op de werkelijke kostenontwikkeling in de bouw heeft het VNG bestuur, na een positief advies van de commissies Financiën en Onderwijs, Cultuur en Sport, begin dit jaar besloten de normbedragen voor onderwijshuisvesting in de modelverordening eenmalig te verhogen met 40 % en daarnaast te verhogen met 6,63% conform de systematiek van de prijsindexering die is opgenomen in de modelverordening. Er wordt dus niet gekozen voor een andere systematiek van prijsindexering zoals de BDB-systematiek. Dit betekent het risico dat op termijn er weer een discrepantie ontstaat tussen de genormeerde en werkelijke bouwkosten. Op de VNG-website treft u een nadere toelichting aan.

Diverse externe ontwikkelingen met invloed op onderwijshuisvesting.

  1. Uit een analyse van het kennisinstituut voor bouwkostenontwikkeling BDB in 2016 blijkt dat de VNG-norm sinds 2009 achterblijft bij de feitelijke prijsontwikkeling: per 2017 is dit verschil opgelopen tot 48% ten opzichte van het niveau van het Bouwbesluit.

  2. Ook de leden van de VNG signaleren dat in veel gevallen niet meer gebouwd kan worden voor het normbedrag. Gevolg: gemeenten moeten in een later stadium aanvullende kredieten verstrekken. Diverse gemeenten hebben daarom inmiddels de normbedragen in hun verordening verhoogd.

  3. De Algemene Rekenkamer bevestigt in het rapport ‘Schoolgebouwen primair en voortgezet onderwijs: de praktijk gecheckt’ van februari 2016 het beeld van te lage normbedragen, en signaleert een aantal knelpunten in de samenwerking tussen scholen en gemeenten.

  4. Om de doelstellingen van het klimaatakkoord te halen zijn de komende decennia extra inspanningen en investeringen noodzakelijk.

  5. Op de Algemene Ledenvergadering van 25 juni 2018 vroegen de leden in een motie aandacht voor de ontwikkelingen, en met name voor de financiële gevolgen. Om uitvoering te geven aan deze motie heeft het bestuur op 1 november jl. een expertiseteam Onderwijshuisvesting ingesteld met de volgende opdracht:

    1. Maak een reconstructie van de ontwikkeling van de geldstroom die gemeenten (via het gemeentefonds) beschikbaar hebben voor onderwijshuisvesting in de afgelopen 10 jaar;

    2. Maak voor diezelfde periode een analyse van de ontwikkeling van de kosten voor onderwijshuisvesting die gemeenten maken op basis van hun zorgplicht en als gevolg van veranderende duurzaamheidsvereisten (zowel van de ontwikkeling die zich heeft voorgedaan als van de ontwikkelingen die te verwachten is);

    3. Geef een beeld van de (onderhouds)toestand van schoolgebouwen en van de opgave die er nog ligt;

    4. Maak een analyse van de verdeling van de kosten over de verschillende betrokken partijen;

    5. De rapportage van het expertiseteam vormt ook inbreng in het traject rond het Klimaatakkoord.

Verdere info via de website van de VNG: https://vng.nl/onderwerpenindex/onderwijs/onderwijshuisvesting/brieven/ontwikkelingen-onderwijshuisvesting