Nieuwe taaleis kinderopvang: wat verandert er in 2025?

13 november 2024

Vanaf 1 januari 2025 gelden er nieuwe taaleisen voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang. Deze eisen zijn ingesteld om de taalontwikkeling van kinderen te bevorderen, zodat zij een goede start kunnen maken in het primair onderwijs en hun verdere ontwikkeling.

Pedagogisch medewerkers in de dagopvang moeten vanaf 2025 minimaal taalniveau 3F of B2 beheersen voor mondelinge vaardigheden. Dit betekent dat zij over voldoende vaardigheden moeten beschikken op het gebied van spreken, gesprekken voeren en luisteren. Voor medewerkers die voorschoolse educatie verzorgen, geldt daarnaast dat zij ook leesvaardigheid op niveau 3F moeten beheersen. Deze eisen zijn vastgelegd in het referentiekader taal. De taaleis is van toepassing op pedagogisch medewerkers die werkzaam zijn als beroepskrachten, dus niet voor stagiairs of medewerkers in opleiding.

Uitzonderingen voor Friese en meertalige kinderopvang
Er zijn enkele uitzonderingen op de taaleis. Medewerkers die uitsluitend Fries met de kinderen spreken, hoeven niet aan te tonen dat zij aan de Nederlandse taaleis voldoen, mits zij kunnen aantonen dat hun Fries op minimaal niveau B2 ligt voor dagopvang, of B1 voor buitenschoolse opvang. Ook medewerkers die met de kinderen volledig een andere taal spreken, zoals bij meertalige kinderopvang, hoeven niet aan de taaleis Nederlands te voldoen. Zij moeten wel een bewijs hebben dat zij het Duits, Engels of Frans beheersen op minimaal taalniveau B2.

Ruime overgangstermijn voor organisaties
De overheid heeft kinderopvangorganisaties een ruime termijn gegeven om de nodige aanpassingen door te voeren. Werknemers die op 1 januari 2025 niet over het vereiste diploma of certificaat beschikken, mogen niet meer als pedagogisch medewerker werken, met uitzondering van:

  • Medewerkers geboren vóór 31 december 1964. Zij hebben drie jaar langer de tijd, tot 1 januari 2028, om aan de eisen te voldoen.

  • Medewerkers die tussen 1 juli 2024 en 31 december 2024 gedurende minstens acht weken volledig afwezig waren, bijvoorbeeld door ziekte of verlof. Deze groep krijgt een verlenging van zes maanden om alsnog aan de taaleis te voldoen.

Lagere taaleis voor buitenschoolse opvang
Voor pedagogisch medewerkers in de buitenschoolse opvang geldt een lagere taaleis. Zij moeten niveau 2F of B1 beheersen voor mondelinge taalvaardigheid. Medewerkers met een havo- of mbo-diploma niveau 2, 3 of 4 voldoen hier doorgaans al aan.

Bron: Rijksoverheid