Goede vve dringt achterstanden van leerlingen in het basisonderwijs terug

24 november 2022

Goede vroeg- en voorschoolse educatie dringt achterstanden van leerlingen in het basisonderwijs terug. Dat blijkt uit analyses op data van het pre-COOL cohortonderzoek. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor kwaliteit.

In het pre-COOL cohortonderzoek werden bijna drieduizend kinderen van tweeënhalf jarige leeftijd gevolgd tot en met het einde van het basisonderwijs. Het doel was om de effecten van deelname aan voor- en vroegschoolse educatie (vve) op de kinderlijke ontwikkeling te onderzoeken.

Over het pre-COOL cohort
In 2009 werd besloten om een grootschalig en langdurig onderzoek te doen naar effecten van vve. De naam pre-COOL cohortonderzoek verwijst naar de geplande aansluiting bij het Cohortonderzoek Onderwijsloopbanen primair en voortgezet onderwijs (COOL5-18). Cohortonderzoek houdt in dat de ontwikkeling van een groep kinderen van een bepaalde leeftijd voor langere tijd wordt gevolgd.

Educatieve kwaliteit is belangrijk
De analyses lieten herhaaldelijk zien dat educatieve proceskwaliteit effect heeft, met name in de voorschoolse fase. Educatieve kwaliteit is ‘het actief ondersteunen van de cognitieve taalontwikkeling door activiteiten die kinderen uitdagen om na te denken en verbanden te leggen waarin ze door gerichte en specifieke feedback verder komen in hun ontwikkeling.’ Vooral het effect op woordenschat is belangrijk, vanwege het fors lagere beginniveau van de kinderen uit de doelgroepen. Voorschoolse voorzieningen slagen er blijkbaar in om een boost te geven aan de woordenschat van deze kinderen. In het bijzonder doelgroepkinderen met een niet-westerse migratieachtergrond en kinderen met een andere thuistaal lijken hiervan te profiteren. Deze kinderen zijn dus voor hun Nederlandse afhankelijk van deelname aan een voorschoolse voorziening.

Reactie PO-Raad en BMK
De PO-Raad en de Brancheorganisatie Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) zeggen blij te zijn dat het onderzoek van het Kohnstamm Instituut opnieuw de kracht van vve heeft aangetoond. Op de website van de brancheorganisatie schrijven zij: ‘Tegelijkertijd herkennen we de kanttekeningen en zorgen die naar voren komen. We vinden het belangrijk om de samenwerking tussen de sectoren te bevorderen en onze leden te stimuleren de kwaliteit van vve-programma’s verder te verbeteren. Ook is de toegankelijkheid van voorschoolse voorzieningen voor ons essentieel, als onderdeel van een stelsel waarbij alle kinderen recht hebben op kinderopvang en daarbinnen extra aandacht is voor kinderen die dat nodig hebben. We werken daarom graag samen met de betrokken ministeries om te zorgen voor toegankelijke en kwalitatief goede voor- en vroegschoolse educatie.’

Kinderopvang voor alle kinderen
Maatschappelijke kinderopvang wil dat vanaf 2028 álle kinderen van 0-13 jaar toegang moeten hebben tot kinderopvang van hoge kwaliteit; ook kinderen van ouders die niet werken. De branchevereniging werkt hier stapsgewijs en gezamenlijk naartoe door onder andere op de korte termijn de leeftijd van voorschoolse educatie overal te verlagen van 2,5 naar 2 jaar. Ook is de brancheorganisatie voorstander van een naadloze toeleiding naar VE: ‘Samen met gemeenten streven we naar een bereik VE van rond de 90/95 procent, terwijl uit lokale monitors grofweg blijkt dat dit veelal rond de 70-85 procent ligt. We willen met elkaar richting een bereik van 100 procent van alle doelgroep peuters in de gemeente.’ Daarnaast wil BMK dat de ouderbijdrage vereenvoudigd wordt in 2023/2024.

Bron: Maatschappelijke Kinderopvang + het rapport en van de site van pre-COOL.