Zorgen over verkiezen vrijwilligersvervoer boven doelgroepenvervoer

12 mei 2021

Onder het mom van participatie verkiezen gemeenten vervoersinitiatieven door vrijwilligers steeds vaker boven het doelgroepenvervoer. De Regionale Adviesraad Doelgroepenvervoer (RAD) in Arnhem Nijmegen maakt zich hier zorgen over. Volgens hen biedt vrijwilligersvervoer niet dezelfde mogelijkheden als het reguliere zorgvervoer of het OV.

Veel gemeenten zien zich voor een grote financiële uitdaging gezet sinds de komst van de participatiewet en de jeugdzorg in hun takenpakket. Op veel plaatsen wordt daarom gekeken hoe er binnen het doelgroepenvervoer bezuinigd kan worden. Vrijwilligersvervoer moet echter altijd een aanvulling blijven op het reguliere zorgvervoer, stelt Dirk van Uitert in een interview met Taxipro. Als voorzitter van de RAD vindt hij dat vrijwilligersvervoer altijd een aanvulling moet blijven op het reguliere zorgvervoer. Hij zegt niet tegen de vrijwillige vervoersinitiatieven te zijn, maar wil niet dat dit de enige vervoersoptie wordt.

Niet in plaats van professionele doelgroepenvervoer
De steeds meer zelfstandig wonende ouderen worden zo lang mogelijk gefaciliteerd om van A naar B te gaan. Zo blijven ze ‘onder de mensen’ en participeren ze in de samenleving. Van Uitert vindt dat vrijwilligers hier zeker een rol in mogen hebben, maar dat zij niet in plaats komen van het professionele doelgroepenvervoer. Ook vice-voorzitter Patricia van Bladel-Meussen – ook voorzitter van de Gehandicaptenraad Westervoort – vindt dat vrijwilligersvervoer geen alternatief kan zijn voor het zorgvervoer. Zij noemt daarvoor de reistijden, tarieven en de aanmeldtijd.

Tekort aan chauffeurs
Tegelijkertijd heeft de zorgvervoer- en taxibranche te maken met een groot tekort aan chauffeurs. Deze problemen kunnen verlicht worden met vrijwillige vervoersinitiatieven, maar een structurele oplossing is het volgens Van Uitert niet. Hij noemt als voorbeeld dat de buurtbussen als eerste uitvielen toen corona uitbrak. Deze worden namelijk gerund door oudere vrijwilligers, een kwetsbare doelgroep dus. Wanneer zij het werk neerleggen, blijft alternatief vervoer nodig.

Participatiedoel niet bereikt
Soms kiezen gemeenten ervoor om gebruikers van het wmo-vervoer om extra geld te vragen. In Westervoort betalen zij bijvoorbeeld sinds 1 oktober € 5 per maand aan de gemeente, boven op het tarief dat betaald wordt voor de rit. Dit heeft als gevolg dat mensen eerder kiezen voor andere vervoersmiddelen en het wmo-vervoer minder aantrekkelijk wordt. De gemeente bereikt hiermee haar financiële doel, maar niet het participatiedoel. Veel mensen willen geen afscheid nemen van de wmo-pas. Zij willen op een zelfstandige manier kunnen reizen en niet afhankelijk zijn van anderen. Ook zijn de kosten van het vrijwilligersvervoer voor reizigers vaak niet lager dan het doelgroepenvervoer.

Geen gelijke rechten
De RAD heeft begrip voor de beperkte budgetten van gemeenten, maar blijft alert dat het vraagafhankelijke vervoer niet nog verder wordt uitgekleed. Iedereen in Nederland die niet met het openbaar vervoer kan reizen, moet op dezelfde tijden en onder dezelfde voorwaarden kunnen reizen als reizigers binnen het OV. Vrijwillige vervoerssystemen zouden volgens Van Bladel wel kunnen blijven bestaan zolang mensen het eens zijn met de andere voorwaarden binnen dit vervoer. Maar: er moet altijd een systeem blijven bestaan dat een gelijkwaardig alternatief vormt aan het OV. Wanneer het reguliere doelgroepenvervoer vervangen wordt door een vrijwillige vervoerdienst, wordt de afhankelijkheid van het netwerk groter. Ook is het in strijd met het VN-verdrag voor gelijke rechten van mensen met een handicap.

Bron: Taxipro