Wijziging Awb

10 augustus 2021

In art. 1a lid 1 Lpw is vastgelegd dat scholen die krachtens de Regeling aanwijzing internationale en buitenlandse scholen door de minister als leerplichtschool kunnen worden aangewezen. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat de minister die aanwijzing ook weer kan intrekken. Dat kan gebeuren als het hoofd of het personeel van een aangewezen school de inspectie van het onderwijs niet de medewerking verleent die deze in redelijkheid bij de uitoefening van het toezicht op de leerplichtwet kan vorderen. De verplichting om aan de inspectie medewerking te geven is verwoord in art. 5:20 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat is ook het artikellid waarnaar in art. 1a lid 2 Lpw wordt verwezen. Tot aan 1 juli 2021 – dat is de datum van inwerkingtreding van de wet van 3 maart 2021, Stb. 179 – werd in dit verband in art. 1a lid 2 Lpw naar het gehele art. 5:20 Awb verwezen en dus naar het toen bestaande eerste en tweede lid. Het eerste lid legt genoemde medewerkingsplicht vast en het tweede lid een uitzondering daarom voor personen die zich op geheimhouding kunnen beroepen. Vanaf 1 juli 2021 kent art. 5:20 Awb nog een derde en vierde lid, waarin is vastgelegd dat het bestuursorgaan onder verantwoordelijkheid waarvan de toezichthouder werkzaam bevoegd is tot het opleggen van een last onderdwangsom. Doordat vanaf 1 juli 2021 in art. 1a lid 2 Lpw specifiek verwezen wordt naar uitsluitend art. 5:20 lid 1 Awb, wordt duidelijk dat het in art. 1a lid 2 Lpw uitsluitend gaat om intrekking van de aanwijzing als in strijd wordt gehandeld met de in art. 5:20 Awb neergelegd medewerkingsplicht en niet tevens als in strijd wordt gehandeld met een eventueel geldende geheimhoudingsplicht of als niet wordt voldaan aan de last onder dwangsom.

Uit de omstandigheid dat in art. 1a lid 2 Lpw nu nog alleen wordt verwezen naar het eerste lid van art. 5:20 Awb , mag overigens niet de conclusie getrokken worden dat het tweede, derde en vierde lid van de Awb, niet van toepassing zijn. De Awb is, zoals steeds, integraal van toepassing, zolang daarvan bij bijzondere wet niet wordt afgeweken. Dat is in art. 1a lid 2 Lpw niet aan de orde. In dat artikellid is alleen vastgelegd dat bij het niet verlenen van medewerking aan de toezichthouder intrekking van de aanwijzing kan volgen. De minister zou in een voorkomend geval ook kunnen besluiten om met toepassing van art. 5:20 lid 3 Awb eerst nog een last onder dwangsom op te leggen ten einde medewerking af te dwingen.