Corona en leerplicht: afstandsonderwijs voor kwetsbare leerlingen

28 september 2020

Door: mr. F. M. Terpstra

Het nieuwe schooljaar is alweer een aantal weken bezig. Hoewel de meeste leerlingen weer naar school gaan, zijn er ook leerlingen die een dilemma hebben bij het naar school gaan omdat zijzelf of hun gezinsleden een kwetsbare gezondheid hebben. Op 10 september jongstleden heeft de PO-raad een handreiking gepubliceerd over corona en leerplicht.

De PO-raad schrijft dat maatwerk moet worden geboden. Voor sommige leerlingen zijn persoonlijke beschermingsmiddelen zoals mondkapjes en het aanhouden van 1,5 meter afstand voldoende. Voor leerlingen met ernstige gezondheidsproblemen zal naar school gaan niet haalbaar zijn. Voor hen biedt afstandsonderwijs een oplossing.

De PO-raad doet voorts de suggestie dat leraren die zelf in de risicogroep vallen het afstandsonderwijs zouden kunnen verzorgen.

De Leerplichtwet

Indien een leerling ziek is, is hij of zij op grond van artikel 11 onder d Leerplichtwet vrijgesteld van de verplichting om de school te bezoeken. Echter, hier doet zich een bijzondere situatie voor: een leerling hoeft nog niet per definitie ziek te zijn maar kan dit door het bezoeken van de school wel worden. Naar de letter van de wet biedt artikel 11 onder d hier geen soelaas. De leerling zou in dit geval toch vrijgesteld kunnen worden van schoolbezoek op grond van artikel 11 onder g van de leerplichtwet: de jongere is door andere zwaarwegende omstandigheden verhinderd de school te bezoeken.

In de uitspraak van de Raad van State van 24 september 2014 heeft de rechter geoordeeld dat uit de geschiedenis van artikel 11 sub g Lpw volgt dat deze bepaling bedoeld is als restcategorie. Hierbij kan het gaan om externe, buiten de wil van de leerplichtige jongere of zijn of haar ouders gelegen omstandigheden.

Op grond van artikel 14 lid 3 Leerplichtwet dient een beroep op artikel 11 onder g Leerplichtwet - indien de periode van het verlof langer duurt dan 10 dagen - te worden aangevraagd bij de Leerplichtambtenaar.

In artikel 8 lid 10 WPO1 is bepaald:

Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat leerlingen die in verband met ziekte thuis verblijven dan wel zijn opgenomen in een ziekenhuis, op adequate wijze voldoende onderwijs kunnen genieten.

Dit artikel geeft de uitgangspunten van het onderwijs weer op basis waarvan het aanbieden van afstandsonderwijs voor ernstige zieke kinderen een logisch gevolg is.

Voor het primair onderwijs biedt ook artikel 41 WPO een oplossing voor deze situatie.2 In lid 2 van dit artikel is namelijk bepaald:

Het bevoegd gezag kan op verzoek van de ouders een leerling vrijstellen van het deelnemen aan bepaalde onderwijsactiviteiten met uitzondering van de centrale eindtoets of de andere eindtoetsen, bedoeld in artikel 9b. Een vrijstelling kan slechts worden verleend op door het bevoegd gezag vastgestelde gronden. Het bevoegd gezag bepaalt bij de vrijstelling welke onderwijsactiviteiten voor de leerling in de plaats komen van de activiteiten waarvoor vrijstelling is verleend.

Deze bepaling biedt ook de basis voor het zogenaamde flexi-onderwijs of de miep-op-maat-contracten.3

Praktische benadering

Leerplichtambtenaren en scholen dienen eerst na te gaan of de leerling vrijgesteld is wegens ziekte. Is dit niet het geval, maar kan de leerling vanwege het risico om ziek te worden toch niet naar school, dan moet een beroep worden gedaan op artikel 11 onder g. Het verdient aanbeveling om de afspraken met betrekking tot het maatwerk vast te leggen in een overeenkomst voor flexi-onderwijs.

1)

Vgl. artikel 11 lid 6 WEC, artikel 6b WVO en artikel 7.1.4. WEB

2)

Vgl. artikel 46, lid 2, WEC.

3)

Zie: http://www.adviesonderwijsrecht.nl/publicatie-van-46-miep-ziek-contracten-op-de-dag-van-de-leerplicht-2018/