Weinig verandering in gebruik kinderopvang na coronacrisis

17 september 2020

Het totale gebruik van kinderopvang lijkt nauwelijks veranderd sinds de coronacrisis. Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau Kantar onder ouders van kinderen tussen de 0 en 12 jaar in opdracht van het ministerie van SZW. Wel zijn er verschuivingen te zien. Kantar deed het onderzoek in mei (net na de opstart na de lockdown) en in juni.

Er veranderen wel zaken in het (voorgenomen) gebruik van kinderopvang maar deze ontwikkelingen heffen elkaar voor een deel op. Zo blijkt dat 22 procent van de ondervraagde ouders een verandering heeft aangebracht in hun opvanguren. Van alle ouders gaat drie procent meer gebruik maken van formele opvang, ten koste van opvang door grootouders. Ouders geven aan deze informele opvang op te zeggen in verband met de kwetsbaarheid van ouderen voor het virus. Vooral gezinnen met hoogopgeleide ouders en ouders werkzaam in een cruciale sector doen minder een beroep op grootouders.

Daarnaast zijn er ouders die minder gebruik (gaan) maken van formele opvang of volledig stoppen. De redenen hiervan zijn: het thuis werken, kinderen zijn oud genoeg om zelfstandig thuis te blijven of kind is vier jaar geworden en gaat naar school. 40 procent van de ouders die meer of minder gebruik zijn gaan maken van formele opvang, zegt dat dit voor een periode langer dan zes maanden zal zijn.

Aanpassingen contract
90 procent van de ondervraagde gezinnen zegt geen aanpassingen in het contract te hebben gedaan. Ditzelfde percentage verwacht dit ook niet op korte termijn te doen. Van de ondervraagde gezinnen heeft 3 procent het contract volledig opgezegd of er iets in aangepast, 2 procent breidde het aantal uren uit en nog eens 2 procent nam minder uren in het contract op. 4 procent verwacht minder uren te gaan opnemen, 2 procent denkt het contract volledig op te zeggen en 2 procent heeft meer uren toegevoegd.

Wanneer gekeken wordt naar het aantal dagen gebruik per opvangsoort, blijkt dat de meeste gezinnen gebruikmaken van gastouderopvang (3,6 dagen per week), gevolgd door bso (2,9 dagen per week), vaste oppas (2,7 dagen per week), kinderdagverblijf (2,6 dagen per week), informele opvang door grootouders (2,6 dagen per week) en informele opvang door anderen (2,1 dagen per week).

Noodopvang
Van de ouders die gebruik konden maken van noodopvang heeft 21 procent hier daadwerkelijk gebruik gemaakt. Wel viel op dat noodopvang op scholen als negatiever werd ervaren (het was echt alleen pure opvang, geen schoolactiviteiten). Opvang bij reguliere opvang werd over het algemeen beter beoordeeld, ondanks dat het ‘anders dan anders’ was. 80 procent van de ouders die gebruik maakten van noodopvang zou er ook gebruik van blijven maken als er kosten aan verbonden zouden zijn.

Bron: Kinderopvangtotaal + Rijksoverheid